NYT: meer burgerdoden in Syrië door werkwijze geheime eenheid VS
Een geheime eenheid van het Amerikaanse leger heeft tijdens de strijd tegen Islamistische Staat procedures omzeild die burgerslachtoffers moesten voorkomen. Dat leidde in Syrië tot de dood van mensen die niets met het conflict te maken hadden, bericht de krant The New York Times, die zich baseert op anonieme bronnen.
De krant schrijft dat de eenheid Talon Anvil opdracht gaf tot tienduizenden lucht- en raketaanvallen in Syrië. De relatief kleine groep moest tussen 2014 en 2019 doelwitten selecteren die gebombardeerd konden worden. Het ging dan bijvoorbeeld om vijandige konvooien, commandocentra en strijders.
In de praktijk zouden ook burgers zijn omgekomen, onder wie boeren die op het veld werkten en kinderen die speelden op straat. De vermeende roekeloosheid van Talon Anvil leidde tot consternatie binnen de strijdkrachten en inlichtingendienst CIA. In sommige gevallen zouden piloten hebben geweigerd om doelen te bombarderen in dichtbevolkte gebieden.
Zelfs binnen Talon Anvil wilden medewerkers volgens de krant soms niets te maken hebben met aanvallen op personen die niets met het conflict te maken leken te hebben. Bronnen binnen en rond de strijdkrachten zeggen tevergeefs te hebben geklaagd bij hun superieuren over de werkwijze van de eenheid.
Een betrokkene zegt dat degenen die luchtaanvallen aanstuurden veel druk ervoeren om geallieerde grondtroepen te beschermen. Ze voelden zich beperkt door strenge regels die waren ingesteld om burgerslachtoffers te voorkomen. Daarom zou vanaf 2017 vaak zijn aangevoerd dat aanvallen nodig waren om bondgenoten te beschermen, omdat dergelijke ‘defensieve’ bombardementen sneller goedgekeurd konden worden.
Door sneller te besluiten om doelen te bestoken, zou er minder tijd zijn geweest om inlichtingen te verzamelen en strijders van burgers te onderscheiden. De bronnen zeggen dat de eenheid zich te vaak baseerde op onbetrouwbare inlichtingen van lokale strijders die samenwerkten met de VS.
Een voormalige inlichtingenofficier noemde een aanval bij de stad Manbij als voorbeeld van een twijfelachtig besluit. Daar waren drie ongewapende mannen met tassen in 2016 aan het werk in een olijfgaard. Hoewel er in de omgeving niet werd gevochten, zouden ze toch zijn bestempeld tot vijandige strijders en met een raket zijn gedood.
Andere betrokken militairen ontkenden tegenover de krant dat het beperken van burgerslachtoffers geen prioriteit had. Het Central Command, dat gaat over operaties in Syrië, wilde niet reageren.