Economie

Drijvende boerderij in haven Rotterdam is blijvertje

De Floating Farm in een verouderde haven in Rotterdam floreert. Het break-evenpunt komt in zicht en ook elders is er belangstelling. Mensen uit de omgeving hebben de circulair werkende boerderij in de armen gesloten. „Wij leveren veel blijheid.”

Theo Haerkens
6 December 2021 16:24
Initiatiefnemer en mede-eigenaar Minke van Wingerden: „Wij leveren veel blijheid.” beeld Theo Haerkens
Initiatiefnemer en mede-eigenaar Minke van Wingerden: „Wij leveren veel blijheid.” beeld Theo Haerkens

Eind dit jaar bereikt de Floating Farm, de drijvende koeienstal in de Merwehaven op de grens van Rotterdam en Schiedam zijn break-evenpunt. De koeien doen het goed, er wordt kaas gemaakt, yoghurt en karnemelk. Veertig vrijwilligers helpen het bedrijf draaiend te houden. Initiatiefnemer en mede-eigenaar Minke van Wingerden: „Wij leveren veel blijheid.” Er zijn al gesprekken met Amsterdam en Haarlem, die ook een circulair werkende Floating Farm willen, net als China, India en Singapore.

Aanvankelijk was de fruitgroothandel verderop benauwd dat de mestlucht de smaak van appels en peren zou bederven en de bewoners van de ‘grensflat’ vreesden luid loeiende koeien en stank. Die angst bleek ongegrond. „De Merwehaven is in transitie, er komen de komende tien à vijftien jaar veel mensen wonen. Je zult zien dat ze de boerderij dan niet meer kwijt willen”, glimlacht Van Wingerden.

De drijvende koeienstal –een wereldprimeur– ontleent zijn bestaan aan orkaan Sandy, die in 2012 Manhattan verlamde. „In de supermarkten was geen vers voedsel meer”, schetst Van Wingerden. „Mijn man Peter was toen in New York en bedacht dat het veel beter zou zijn in de stad voedsel te produceren.” Zo ontstond het idee gebruik te maken van afgedankte havens, een drijvende boerderij heeft immers geen land nodig. Extra mooi zou het zijn als het veevoer uit de directe omgeving kon worden gehaald. Dat scheelt transport van voedsel de stad in en van organisch afval de stad uit.

Bewustwording

„Onze koeien eten gras van Feyenoord”, heet het sinds 2019, al snapt iedereen dat het millimeteren van een wedstrijdveld onvoldoende gras oplevert om veertig melkkoeien in topconditie te houden. Maar het vee leeft wel grotendeels van de grootsteedse afvalstromen: bierborstel van de brouwerijen, brood van bakkers en supermarkten, schillen van horecazaken die verse jus schenken, doorgedraaide groenten van de veiling, en hooi.

Op de bovenste verdieping staan de koeien in alle rust te herkauwen. Een borstel, waar de koeien hun rug kunnen laten krabbelen, tolt om zijn as, waterdamp slaat van de melkrobot die volautomatisch wordt gereinigd. De stal biedt uitzicht op aangemeerde schepen en hijskranen.

Een verdieping lager manoeuvreert boer Bert zijn tractor met veevoer over een smalle steile loopplank. Achterin worden mest en urine gescheiden, een machine droogt de mest en perst er korrels van voor tuinliefhebbers en de boomkwekerij. De urine wordt ontdaan van mest- en andere stoffen om die opnieuw te gebruiken. Zo wordt de kringloop van voedsel en mest gesloten. Drinkwater wordt gewonnen door regenwater te filteren en energie opgewekt met op het water dobberende zonnepanelen en een dito windmolen.

Door de ramen van het zuivelfabriekje is te zien hoe drie medewerkers in wit uniform kaas maken en yoghurt en karnemelk in verschillende smaken. De kazen rijpen op de onderste verdieping.

Kinderen

De eigenaars vindt het belangrijk te laten zien wat er gebeurt. „Er zijn kinderen die niet weten waar melk vandaan komt.” Aanvankelijk werd er wel eens geruzied als de hangop op was. „Nu beseffen mensen dat niet alles onbeperkt voorradig is. Wij zeggen: Het is mooi dat we niets hoeven weg te gooien.” Van Wingerden is ‘supertrots’ dat de klanten dat ook zo gaan zien.

Hoewel de pandemie de afzet via de horeca lelijk heeft doorkruist, konden winkel en webshop dat compenseren. „Mensen die thuis werken, komen naar de boerderijwinkel als ze een ommetje maken.”

Klanten vroegen ook naar eieren en daarnaast worden brood, pasta, groente en honing verkocht. „Met elektrische wagentjes brengen we onze producten ook naar wat distributiepunten. Mensen vertelden dat er in hun straat belangstelling is, wilden wel bestellingen opnemen en de spullen in ontvangst nemen”, verklaart Van Wingerden de spontane groei.

Productie in de stad met afval dat niet hoeft te worden afgevoerd, scheelt veel brandstof en dient het milieu. Door te laten zien wat er allemaal gebeurt, begrijpen mensen dat de kosten wat hoger liggen dan in de supermarkt. „Het zijn producten met een verhaal. In de prijs voor veel levensmiddelen worden de kosten voor het milieu niet meegerekend. We willen circulair werken en een oplossing bieden voor het toenemend gebrek aan landbouwareaal.”

Maar aan het eind van de rit moet de balans sluitend, want subsidie krijgt de Farm niet. „We hebben een groen hart, maar het moet wel blijven kloppen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer