„Ik ben het!”
Jesaja 63:1b
„Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen.”
De uitverkorenen worden geheel en alleen geleid tot Christus, als de enige Zalig
maker van zondaren, in Wie alleen gerechtigheden en sterkte zijn en tot Wie ze met hun hele ziel moeten komen en hun toevlucht nemen, als ze in en door Hem verlost en eeuwig behouden willen worden. Terecht getuigt en leert de Heiland dat Hij gekomen was om de mensenzielen te behouden. Vervolgens vertoont de Heiland ook niet minder zowel Zijn macht als bereidwilligheid om de zondaren die in Hem geloven te zaligen en te behouden. Hij toont Zijn kracht, hoe Hij volkomen machtig en algenoegzaam was Zijn uitverkorenen en gelovigen van de zonde en het verderf te verlossen en voor eeuwig te behouden. Werkelijk, in Christus liggen het leven en het behoud van alle gelovigen en uitverkorenen geheel opgesloten. Zoals er buiten Hem voor de zondaar niets tot behoud te vinden is, zo is in Christus alles te vinden wat daartoe enigszins nodig is. Hierom spreekt Hij tot ons: „Ik ben het, Die machtig ben te verlossen” (Jesaja 63:1). Van Hem wordt getuigd dat Hij volkomen kan zaligmaken al degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden (Hebreeën 7:25). Daarbij vertoont ons Christus Zijn grote toegenegenheid en bereidwilligheid om de mensenzielen die werkelijk tot Hem de toevlucht nemen, te zaligen en te behouden.
Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen
(”Uitmuntende en uitgezochte predikatiën”, 1764)