Kabinet komt met maatregelen tegen werkdruk kinderopvang
Het kabinet neemt maatregelen om de werkdruk in de kinderopvang tegen te gaan. Demissionair staatssecretaris Dennis Wiersma (Sociale Zaken) schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat medewerkers in opleiding makkelijker ingezet kunnen worden en dat de inspectie coulanter omgaat met bepaalde regels.
Per 1 januari mogen medewerkers in opleiding samen met een volleerde werknemer op een groep werken. Tot dusver mocht slechts een op de drie medewerkers in opleiding zijn. De aanpassing van deze regel geldt voor een half jaar.
Bovendien wil Wiersma dat toezichthouders meer rekening houden met verzachtende omstandigheden of overmacht als een kinderopvang bepaalde eisen niet kan naleven vanwege personeelstekort. Zo mogen opvangen bijvoorbeeld langer dan drie uur minder medewerkers inzetten dan voorgeschreven. Ook kan makkelijker worden afgeweken van het zogeheten ‘vastegezichtencriterium’, wat inhoudt dat er altijd minstens één bekend gezicht per kind werkt.
Uit onderzoek van de sector blijkt dat ruim 70 procent van de organisaties een personeelstekort ervaart en bijna 50 procent van de werknemers de werkdruk (veel) te hoog vindt. Wiersma schrijft dat deze cijfers hem al langer zorgen baren. Hij wil door maatregelen te nemen voorkomen dat groepen moeten sluiten.
De problemen in de kinderopvang spelen al langer. De sector kampt met vergrijzend personeel en de instroom van nieuwe werknemers is niet groot genoeg, aldus de Brancheorganisatie Kinderopvang. De organisatie gaf al eerder aan dat het andere regels wil, zoals het toestaan van mensen in opleiding om voor de groep te staan.
FNV Kinderopvang had graag gezien dat de staatssecretaris met meer maatregelen zou komen. „Er zijn nu alleen oplossingen voorgedragen die het kabinet geen extra geld kosten, terwijl wij wel betere voorstellen voorgedragen hebben, waar werknemers, kinderen en ouders baat bij hebben”, stelt Debbie van Leiden van FNV Kinderopvang.
De Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) is blij dat het ministerie de problemen ziet, maar merkt op dat de brief aan het parlement „niet de ideale oplossing voor het personeelstekort” biedt. „Vanzelfsprekend blijven we daarover in gesprek en zullen we in de komende dagen zo veel mogelijk handen en voeten geven aan de coulanceregeling die in de brief wordt aangekondigd.”