Onderzoekers: minder risico op bosbranden Australië door La Niña
Australië heeft voor het tweede jaar op rij te maken met La Niña. Het weerfenomeen zorgt er in de zomer voor dat het risico op bosbranden en extreme hittegolven in het midden, noorden en oosten van het land kleiner wordt, verwacht het Onderzoekscentrum Klimaatverandering van de Universiteit van New South Wales.
Door La Niña verschuift het warme oppervlaktewater voor de Zuid-Amerikaanse kust naar Australië en Indonesië. Gevolg is dat er veel regen valt. Hoewel dat goed nieuws is voor het bosbrandenseizoen, levert het andere problemen op. De kans op overstromingen en tropische cyclonen zal deze zomer, die loopt van december tot februari, namelijk ook groter zijn.
Het natuurverschijnsel duurt normaal gesproken ongeveer een jaar, maar klimaatmodellen laten zien dat het dit jaar een kortere periode zal zijn. De verwachting is dat het aanhoudt tot het einde van de zomer of het begin van de herfst.
Begin deze maand kreeg Australië ook al te maken met grote hoeveelheden neerslag. Op sommige plekken in het zuidoosten kwam 50 tot 150 millimeter regen naar beneden, waardoor in delen van Queensland en New South Wales overstromingen ontstonden.
