Buitenland

Primakov: Milosevic wilde geen ,,Groot Servië''

De voormalige Russische premier Jevgeni Primakov heeft dinsdag voor het Joegoslavië-Tribunaal gezegd dat Slobodan Milosevic niet uit was op een Groot Servië.

ANP
30 November 2004 14:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:56

De creatie van zo’n etnische staat in de gebieden van het uiteenvallende Joegoslavië zou volgens de aanklagers van Milosevic het belangrijkste motief zijn geweest voor de misdaden waar ze de voormalige Servische leider van beschuldigen.

Primakov zei als getuige voor de beklaagde Milosevic dat die hem in maart 1993 verzekerde dat ’Groot Servië’ slechts een theorie was, die alleen ten koste van veel bloedvergieten kon worden verwezenlijkt. Daar ben ik niet toe bereid, verzekerde Milosevic destijds Primakov.

Primakov was vanaf 1991 chef van de Russische inlichtingendienst. In 1996 werd hij minister van Buitenlandse Zaken en van 1998 tot in 1999 was hij de Russische premier.

Hij zette dinsdag uiteen dat westerse mogendheden, vooral de Verenigde Staten en Duitsland, het geweld in ex-Joegoslavië aanwakkerden. De federatie moest ter ziele van de Amerikaanse regering Clinton die in 1992 aan de macht kwam. Milosevic’ Servië werd toen ook door de fel anti–Servische westerse pers „opzettelijk tot agressor bestempeld". Dat was volgens Primakov volkomen onterecht.

De Servische leider Milosevic zocht vreedzame oplossingen voor de etnische conflicten en bleek telkens bereid een compromis te zoeken. Het grote probleem voor Milosevic was toen dat hij tegelijkertijd de belangen van de door het westen verguisde Serviërs in Joegoslavië wilde behartigen.

Primakov stelde dat hij als hoofd van de inlichtingendienst onderzoek deed naar de politieke strategie van de NAVO–landen. Die benaderden volgens hem de oorlog in Bosnië-Herzegovina niet als een specifiek conflict op de Balkan, maar als een proefterrein voor westerse ambities om nieuwe inhoud te geven aan de veiligheidstaken van de NAVO. Het doel was het defensieve bondgenootschap op te laten treden buiten de grenzen van de leden.

De Verenigde Staten en hun bondgenoten deden er volgens Primakov alles aan om Joegoslavië te verzwakken. Zij wendden zich daarom later tot een organisatie die ze eerst als terroristisch hadden betiteld, het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK). Deze beweging begon de oorlog in Kosovo en blokkeerde met geweld vredesonderhandelingen, aldus Primakov. Maar de westerse landen gaven de Serviërs de schuld en voerden de UCK–terroristen op als vrijheidsstrijders.

Primakov beschreef de westerse politiek inzake Kosovo als volkomen te kwader trouw. In maart 1999 begonnen NAVO–landen Joegoslavië vanuit de lucht te bestoken. Pas daarna kwam er vanuit Kosovo een vluchtelingenstroom op gang. Eind maart 1999 sprak Primakov op verzoek van de Franse president Chirac met Milosevic in Belgrado.

Hij vloog vervolgens naar de Duitse EU-voorzitter in Bonn, bondskanselier Schröder, om hem op de hoogte te brengen van de vele toezeggingen die Milosevic hem had gedaan om de bombardementen te stoppen. Schröder luisterde niet eens, volgens Primakov. Hij zei dat het ontoereikend was zonder te luisteren. Zijn antwoord moest van te voren zijn bepaald, meende Primakov.

In die tijd werd Milosevic plotseling beschuldigd van volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden door het tribunaal dat hem in Den Haag berecht sinds februari 2002.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer