Nederland wil Turkije flink onder druk houden
Nederland wil Turkije tijdens de onderhandelingen over de toetreding tot de EU flink onder druk houden. Het stelt voor dat eenderde van het aantal lidstaten bij ongewenste ontwikkelingen kan vragen de besprekingen op te schorten.
Op 16 en 17 december nemen de regeringsleiders van de Unie in Brussel, onder de regie van premier Balkenende, een beslissing over het openen van het overleg met Ankara, dat gericht is op de invoering van de gemeenschappelijke Europese regelgeving in de republiek aan de Bosporus. Nederland heeft maandag als huidig voorzitter van de EU de politieke hoofdsteden een ontwerptekst toegezonden voor de inhoud van het besluit.
In het concept wordt nog geen concrete datum ingevuld voor de start van het naar verwachting vele jaren vergende voorbereidende traject. De passage daarover ziet er blanco uit. Dit duidt erop dat zich over dit punt tot dusver onvoldoende eensgezindheid aftekent. Waarschijnlijk zal er pas in een laat stadium duidelijkheid over ontstaan. In de Tweede Kamer noemde minister Bot van Buitenlandse Zaken vorige week eind 2005 of begin 2006 als optie.
De Europese Commissie oppert in het rapport dat deze instantie in oktober publiceerde en dat als basis fungeert voor de discussie tussen de regeringen, dat alleen zij de mogelijkheid krijgt een in te bouwen noodremprocedure in werking te zetten. Nederland wenst echter de waarborgen voor de voortgang van de hervormingen in Turkije verder aan te scherpen.
Het geeft in overweging dat ook minimaal 9 lidstaten, bij een totaal van 27 na de aansluiting van Bulgarije en Roemenië, kunnen verzoeken tot het onderbreken van de gesprekken als zij „een ernstige en aanhoudende schending” van grondbeginselen als democratie, vrijheid en mensenrechten constateren. Vervolgens moeten de landen met gekwalificeerde meerderheid die aanvraag beoordelen.
Andere kandidaat-lidstaten zijn nooit geconfronteerd met een dergelijk mechanisme. Turkije heeft steeds aangegeven dat het geen bijzondere behandeling en extra strenge voorwaarden zal accepteren. Minister van Buitenlandse Zaken Gül hield zich gisteren in een reactie op de vlakte. Hij wees erop dat het uitgelekte document slechts een concept betreft en dat er de komende weken waarschijnlijk nog vele aangepaste versies zullen circuleren. Laat de EU eerst doen wat ze moet doen, namelijk een besluit nemen over de onderhandelingen, en daarna zien we wel verder, luidde de redenering van de bewindsman.
Afwijkend ten aanzien van de bepalingen die gelden voor landen die reeds zijn toegetreden is ook het voorstel om de EU-partners de ruimte te bieden in de toekomst hun grenzen permanent gesloten te houden voor migranten uit Turkije. Verder zal dat land aanvankelijk slechts mondjesmaat een beroep mogen doen op de financiële middelen in de sfeer van de landbouw en de regionale hulp. Een heikele kwestie is verder de relatie met Cyprus. Ankara erkent de Grieks-Cypriotische regering in Nicosia niet.
De feitelijke aansluiting zal zeker niet plaatsvinden voor 2014, omdat in de meerjarenbegroting tot aan dat tijdstip geen geld is gereserveerd met het oog op het lidmaatschap van de Turken.