In het olierijke Libië heerst chaos sinds de val van het regime van dictator Kaddafi in 2011. Er brak een burgeroorlog uit waar ook andere landen in de regio zich actief mee bemoeiden. Libië kon door het ontbreken van een sterke centrale regering uitgroeien tot een belangrijk vertrekpunt voor migranten die met bootjes proberen Europa te bereiken.

De Verenigde Naties zien de geplande verkiezingen als een manier om stabiliteit te brengen. Het initiatief geniet brede internationale steun. Op de Libië-top in Frankrijk waren de leiders van Duitsland, Italië en Egypte aanwezig, evenals de Amerikaanse vicepresident Harris. Ook Nederland deed mee. Minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen benadrukte op Twitter dat Nederland zich inzet voor een „stabiel en welvarend” Libië.

De Turkse president Erdogan en zijn Russische ambtsgenoot Poetin bleven wel weg. Die landen speelden een belangrijke rol tijdens de Libische burgeroorlog. Turkije stuurde troepen om de regering in Tripoli overeind te houden, terwijl Moskou ervan is beschuldigd de rivaliserende krijgsheer Khalifa Haftar met huurlingen te steunen.

In het land aan de Middellandse Zee waren de afgelopen jaren naar schatting zo’n 20.000 buitenlandse strijders en huurlingen actief. Die vochten voor verschillende partijen. „Turkije en Rusland moeten hun huurlingen en troepen direct terugtrekken”, vond de Franse president Emmanuel Macron. „Hun aanwezigheid brengt de stabiliteit in gevaar van het land en de regio.”

Dat de Libische presidentsverkiezingen doorgaan is niet vanzelfsprekend. Rivaliserende groepen ruziën nog over de vraag hoe de stembusgang georganiseerd moet worden. De parlementsverkiezingen waren eerder al uitgesteld naar januari. Daardoor wordt gevreesd dat het vredesproces toch weer kan ontsporen.

Macron waarschuwde dat het land zich op een „kruispunt” bevindt. De komende anderhalve maand zal volgens hem bepalend zijn voor de toekomst van Libië.