Vele honderden mensen liepen mee met de mars over de COP26, zoals de conferentie officieel heet. Het ging vooral om aanhangers van maatschappelijke organisaties en actiegroepen die officieel als waarnemer zijn toegelaten tot de blauwe zone, waar het officiële programma van de top zich voltrekt. Ze zijn zeer ontevreden over de voorlopige uitkomsten.

„Ze negeren klimaatrechtvaardigheid, de belangen van het bedrijfsleven staan voorop”, vindt Ben Lacey van de Britse organisatie War on Want. „Ze hebben de 1,5 graad compleet opgegeven.” De Franse Amélie Champy, die politicologie studeert in Toulouse, ziet „te veel diplomatie en te weinig oog voor wetenschap”. De boodschap van wetenschappers is helder, daar moeten ze naar luisteren, zegt ze. „Dit gaat om onze toekomst.”

Ook waarnemers van grote organisaties als het Wereld Natuur Fonds en Friends of the Earth deden mee aan de betoging in het conferentiecentrum.

Wat Milieudefensie betreft gaat het in de slotfase van de top niet de goede kant op. De organisatie vindt dat rijke landen „zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheid en de wereld op het spoor zetten van een toename van de uitstoot”. Dat leidt tot „verwoesting van landen die nu al het hardst door de klimaatverandering worden getroffen”.

Volgens Milieudefensie is deze 26e Conference of the Parties (COP) „de meest uitsluitende tot nu toe”. Lobbyisten van bedrijven hadden weinig moeite om binnen te komen, maar mensen uit ontwikkelingslanden waren veel minder vertegenwoordigd dan normaal door een gebrek aan coronavaccins, gedoe met visa en hoge kosten voor bijvoorbeeld hotels. Een doorsnee kamer in Glasgow kostte tijdens de top honderden ponden per nacht.