Dit heeft prof. mr. Geoffrey Stone, hoogleraar in de rechten aan de universiteit van Chicaco, maandag (plaatselijke tijd) gezegd in een vraaggesprek met het Britse persbureau Reuters. Stone is auteur van het onlangs verschenen boek Perilous Times: Free Speech in Wartime (Gevaarlijke tijden: Vrijheid van meningsuiting in oorlogstijd).

Stone spreekt over „adembenemende" maatregelen zoals het oppakken en het land uitzetten van illegale buitenlanders na de aanslagen van 11 september, waarbij de hoorzittingen over de uitzetting niet openbaar waren.

Aan de andere kant kon Howard Dean zich nog „straffeloos’’ tegen de aanval op Irak uitspreken. En dit terwijl in 1918 de linkse presidentskandidaat Eugene Debs nog vervolgd werd wegens zijn verzet tegen Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog.

De ’traditie’ van erosie van burgerrechten in oorlogstijd begon al veel vroeger in de Amerikaanse geschiedenis, aldus Stone. Zo werd het in 1798 met de Sedition Act (Gezagsondermijningswet) een misdaad om „niet loyale" uitspraken te doen. En tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog werden de traditonele habeas-corpusbepalingen van het Angelsaksische recht buiten werking gesteld, waarin de beroepsmogelijkheden tegen hechtenis zijn geregeld.

In historisch perspectief vallen de beperkingen van de burgerrechten na 11 september volgens Stone dus mee. Hij houdt echter zijn hart vast bij de gedachte aan wat er kan gebeuren „als we nog een paar ernstige terroristische aanslagen krijgen.‘’