De ambassade in de hoofdstad Addis Abeba riep vrijdag Amerikanen in Ethiopië al op „zo snel mogelijk” het land te verlaten uit bezorgdheid over de veiligheid. Diezelfde dag sloten negen rebellengroeperingen een verbond met als doel premier Abiy Ahmed af te zetten.

Het leger van Abiy viel een jaar geleden de noordelijke deelstaat Tigray binnen om daar de macht van het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF) over te nemen, nadat die rebellen door de premier waren beschuldigd van aanvallen op militaire bases. Het TPLF domineerde de landelijke politiek totdat Abiy in 2018 premier werd. De rebellen wisten het regeringsleger in juni uit Tigray te verdrijven en dreigen nu op te rukken naar de hoofdstad.

Volgens de premier moeten Ethiopiërs klaar zijn om „offers” te brengen om het land te „redden”. „We hebben de testen en obstakels gezien en het heeft ons sterker gemaakt”, aldus Abiy zaterdag op Twitter: „We hebben meer bondgenoten dan mensen die ons de rug hebben toegekeerd.” Zijn regering, die de opmars van de rebellen ontkent, riep dinsdag een landelijke noodtoestand uit.

De VN-Veiligheidsraad heeft vrijdag in een zeldzame verklaring over het conflict opgeroepen tot een einde van de strijd en aangedrongen op een staakt-het-vuren. Door de oorlog in Ethiopië zijn duizenden mensen omgekomen en meer dan twee miljoen mensen op de vlucht geslagen.