VVD wil geen leider, wel een aanvoerder
De algemene vergadering van de VVD heeft zaterdag niet ingestemd met het voorstel om de voorzitter van de Tweede-Kamerfractie statutair aan te wijzen als politiek leider. Wel mag fractieleider Van Aartsen zich de komende tijd ”aanvoerder” noemen.
De benaming ”politiek leider” kon rekenen op verzet van onder meer erelid Vonhoff. Hem doet het te zeer denken aan „kaplaarzen” en de Tweede Wereldoorlog.
Van Aartsen kan zich nu als politiek aanvoerder profileren als het gezicht van de partij in het land. Hij kondigde al aan dat hij zich voor de volgende verkiezingen bij de leden kandidaat stelt als lijsttrekker.
De VVD-afdeling Ede wilde dit leiderschap zwart op wit vastleggen in een motie. Dat moest voor de kiezers de indruk wegnemen dat er bij de VVD twee kapiteins op een schip zitten, met naast Van Aartsen vice-premier Zalm, die lijsttrekker was bij de laatste verkiezingen.
Gedurende het congres werd duidelijk dat er geen meerderheid was voor de motie van Ede. Van Aartsen dreigde openlijk gezichtsverlies te lijden, maar oud-minister De Grave redde zijn positie. De Grave stelde voor dat het congres zou uitspreken dat Van Aartsens vraag om meer armslag positief zou worden beantwoord, maar dat de aanpassing van de reglementen pas over een paar jaar wordt besproken.
Van Aartsen zei na afloop „tevreden” te zijn dat de partij dit voor het eerst met zo veel woorden wilde uitspreken. Het stimuleert hem om zich „nog helderder en duidelijker uit te spreken dan ik toch al deed.”
Ook Zalm toonde zich tevreden. „Alleen de fractievoorzitter van de VVD kan het onversneden liberale geluid laten horen. Hij moet ook de leiding nemen in het openbare politieke debat en in het openbaar de agenda zetten.” Zalm liet in het midden of hij over een jaar of twee zelf kandidaat wil zijn voor het lijsttrekkerschap van de VVD.