Dankdag, ondanks zorg en moeite
Het leven gaat niet altijd van een leien dakje. Het water kan aan de lippen staan. Dagelijkse zorg, pijn en moeite vormen soms een belemmering om in stilte en overgave dankdag houden. Drie personen die het afgelopen jaar –direct of indirect– zijn geconfronteerd met de schaduwkanten van het leven blikken terug en vooruit. Op dankdag.
„Bij dankdag past verbroken hart en verslagen geest”
ds. G. van Manen (58), predikant gereformeerde gemeente Elspeet
„Dankdag staat dit jaar in een ander licht. We kregen als gemeente te maken met acht sterfgevallen in twee maanden tijd. Verschillende leden overleden aan corona, andere aan andere oorzaken. Het is aangrijpend om aan het sterfbed van een gemeentelid te staan. Wij mensen zijn slechts nietige vertroosters en staan machteloos tegenover de dood. Voor verschillende mensen zal dankdag daarom een moeilijke dag zijn. In het gebed hebben wij gevraagd of de Heere hen wil gedenken.
Het afgelopen jaar stond in het teken van de coronamaatregelen waardoor er soms maar weinig mensen naar de kerk konden. Ook nu heerst er bij sommigen nog vrees om de diensten te bezoeken. Dat vind ik moeilijk. Een predikant heeft graag de hele gemeente voor zich onder de prediking.
De verkondiging zal woensdagavond gaan over Jeremia 8:19-22. Het volk Israël klaagde: „De oogst is voorbijgegaan, de zomer is ten einde, nog zijn wij niet verlost.” Er leefde de stille hoop verlost te worden door Egypte, maar dat gebeurde niet. Ook in deze tijd wordt ons opgedragen om op middelen te vertrouwen. We moeten ons vertrouwen echter op God alleen stellen.
Schuldbelijdenis over hun zonde en ongerechtigheden ontbrak bij het volk Israël. Jeremia is daar verbroken onder. Hij zag waar de schuld lag. Het zou een wonder zijn als dat de vrucht van de prediking mag zijn. Dat wij als Jeremia in de schuld komen vanwege de breuk met God. Dat we ervaren hoe onwaardig wij zijn. Bij dankdag past een verbroken hart en een verslagen geest. Laten wij vragen of God de tegenheden wil gebruiken om ons op die plek te brengen. Daarbij hebben we redenen te over om dankdag te houden”
Vertrouwen terwijl het water wast in Zuid-Limburg
Joke Bot-van der Zijden (71), eigenaar Kasteel Schaloen in Oud-Valkenburg
Zuid-Limburg kampte deze zomer met grote wateroverlast door extreme regenval. „Het water stond 2 meter hoog in onze kelders”, vertelt Joke Bot. Toch overheerst dankbaarheid.
Het oprukkende water krijgt medio juli ook Kasteel Schaloen in Oud-Valkenburg in z’n greep. „De angst was groot”, vertelt Joke Bot, die samen met haar man het eeuwenoude, monumentale kasteel runt. „Je kunt niets doen.”
Van de zestien appartementen en hotelkamers zijn er tien gevuld met gasten. „We hebben iedereen naar de bovenverdieping gestuurd en kaarsen gegeven, omdat de stroom zou kunnen uitvallen.”
Het water dringt de bijgebouwen van het kasteel binnen. Kelders stromen onder. De mergelsteen zuigt grote hoeveelheden water op. „We moesten iets doen, maar we konden niets doen.”
In de vertwijfeling over het wassende water mag ze de situatie overgeven, vertelt Joke Bot, die al 25 jaar kerkelijk onderdak vindt bij de christelijke gemeente Bunde-Meerssen.
„Waarom ben je zo angstig, vroeg ik me af. Ik dacht aan Jezus Die zei: Heb je dan geen geloof? We hebben de omstandigheden in vertrouwen aan God overgegeven in de verwachting dat we er goed vanaf zouden komen.”
Af en toe dreigde ze haar vertrouwen te verliezen, geeft Bot eerlijk toe. „Maar dan dacht ik: Ik hoef het niet zelf te doen. Jezus heeft de macht over wind en water.” Het woongedeelte van het kasteel blijft op het nippertje gespaard. „Ons vertrouwen is niet beschaamd.”
Toch is de schade groot. Sommige muren zijn nu, dik drie maanden later, nog steeds vochtig. De kasteeleigenaren komen telkens nog voor nieuwe verrassingen te staan. „Sommige verzadigde muren moeten we vervangen. De voegen beginnen los te laten.” Joke Bot erkent dat God deze schade had kunnen voorkomen. „Zo wil ik daar niet over denken. Het is voor ons redelijk goed afgelopen. We zijn blij en gelukkig.”
Ondanks privébeslommeringen en zakelijke zorgen is ze ook vooral dankbaar. „Het leven schudt soms op z’n grondvesten. De Heere zorgt echter voor ons. We hebben ons houvast in Jezus. Dat is wat ik zeggen mag.”
„Als teler iedere dag belijden dat er Eén boven alles staat”
Biem van Liere (42), teler van appels en peren; biologische kweker van fruitplanten
„Het lijkt wel alsof christenen, ook uit de gereformeerde gezindte, door corona pas beseffen dat de Heere alles bestuurt, ook het kwade. Als het goed gaat, dan hoor je maar weinigen over die besturing. Maar nu corona alles in de war schopt, klagen veel mensen over het oordeel dat God gezonden heeft.
Ik ben nu 25 jaar teler en moet bij wijze van spreken iedere dag belijden dat er Eén is Die overal boven staat. Want het loopt bij mij al 25 jaar anders dan ik van tevoren gepland heb. Vorig jaar leek het bijvoorbeeld met onze fruitplanten heel goed te gaan. Maar zonder dat ik het in de gaten had, werd de grond iets te droog en bleef de groei van de nieuwe wortels achter.
Dit jaar was het juist behoorlijk nat en groeiden de planten in eerste instantie goed. Maar door de vele regen en een hoge luchtvochtigheid doken er ziektes op zoals meeldauw, roest en schimmels. De natuur kun je niet sturen zoals wij dat willen. Als teler ben ik mij daar veel meer bewust van dan de gemiddelde consument, omdat ik er dagelijks mee te maken heb. Dat geeft een bepaalde berusting.
In Zeeland houden we de laatste woensdag van november dankdag, omdat vroeger dan alle oogst binnen was. Bij ons bedrijf is dat nu al het geval. We hadden een normale appeloogst, maar minder peren dan voorheen. Veel knoppen zijn in het voorjaar bevroren. Gelukkig hadden we voorgaande jaren wat gespaard en komen we als gezin niets tekort. Op vakantie gaan we niet, om nieuwe spullen geven we niet zo. We hebben een goede gezondheid, een kachel, brood en een bed, dat is genoeg. Veel om dankdag voor te houden.”