Manden maken van wilgentenen is puur handwerk
Mandenmakers zijn er nauwelijks meer in Nederland. Toch willen Arie (55) en Liesbeth (52) Versteeg uit Wijk en Aalburg zo lang als het kan het werk voortzetten. Opvolging lijkt er echter niet in te zitten.
Versteeg Manden bestaat al sinds 1916. De opa van Arie richtte het bedrijf op. Daarna volgden er zeven zonen. Arie, die het bedrijf in 1993 van zijn vader en ooms overnam, is de derde generatie. Maar de kans dat een van zijn tien kinderen het werk zal gaan doen, is klein. „Ik kan het ze niet aanraden. Er is weinig geld in te verdienen.” Zes jaar voor de overname, in 1987, kwam Arie in het bedrijf. „Ik vond het een mooi vak en ik wilde graag het familiebedrijf voortzetten.”
Mandenmakers kregen vooral na de Tweede Wereldoorlog te maken met concurrentie uit het buitenland, zegt Versteeg. In Nederland zijn er nog maar enkelen die het werk doen. Daarnaast verkopen Arie en Liesbeth veel geïmporteerde producten, zoals stoelen, manden en ook klompen. Een deel van het assortiment maken ze zelf. „Dat werk doen we nul tot tien uur per dag, al naargelang de vraag.”
Die vraag komt onder andere van bakkerswinkels, die manden voor het brood nodig hebben. Ook kaaswinkels en leveranciers van kerstpakketten weten de winkel te vinden. En particulieren laten manden op maat maken. Alle manden worden handmatig vervaardigd, hoofdzakelijk van wilgentenen. „Pasgeleden was hier iemand die veel van mechanisatie weet. Hij bekeek mijn werk een tijdje, maar zei al snel dat een robot dit niet kan. Elke wilgenteen is verschillend. Daar kan een machine niets mee.” De wilgentenen van Versteeg komen overigens vooral uit de grienden rond Schoonrewoerd.
Buiten coronatijd gaf Versteeg regelmatig demonstraties aan groepen bezoekers. „Ik heb ook wel op beurzen gestaan, zoals Naar Buiten in Barneveld.” Mede omdat er nog maar weinig mandenvlechters zijn, hopen Arie en Liesbeth dat ze het werk nog enige tijd kunnen doen. „Als je ermee stopt en er zijn geen opvolgers, dan houdt het werk op.”
Dit is het vierde deel in een serie over ”Aan het werk”, het thema van de Maand van de Geschiedenis.