Voor het eerst in ruim dertig jaar kwam daarmee een tentoonstelling van werk van Claude Monet (1840-1926) in Nederland: veertig werken van soms wel 3 meter doorsnee die de Fransman maakte in zijn bekende huis in Giverny. Het ging vooral om schilderijen van waterlelies, zijn late werk. Op zijn tachtigste begon hij met deze schilderijen te experimenteren, vol kleur en tegen het abstracte aan. Veel later werd hij daardoor betiteld als een soort voorloper voor Mark Rothko, Jackson Pollock en Barnett Newman.

Benno Tempel, algemeen directeur van Kunstmuseum Den Haag, is erg blij: „Zeker in deze tijden van corona is het heerlijk om de waardering van het publiek te voelen. Het bijbehorende prijzengeld is zeer welkom en zal ten goede komen aan de volgende, bijzondere tentoonstelling.”

Op de tweede plaats eindigde Marinus Boezem - Alle shows van het Kröller-Müller Museum in Otterlo en op de derde plek Slavernij - Tien waargebeurde verhalen van het Rijksmuseum in Amsterdam