Kerk & religie

Rabbijnenechtpaar Shusterman begint Chabadgemeente in Lelystad

Vorig jaar vierden ze nog Rosj Hasjana, Joods Nieuwjaar, in de overweldigende aanwezigheid van 10.000 Joden in New York. Dit jaar openden Chabadrabbijn Shneur (27) en rebbetzin Mussi (23) Shusterman-Stiefel het nieuwe Joodse jaar in Lelystad in een zaaltje met zo’n tien aanwezigen.

Alice ten Napel
14 October 2021 20:11
Chabadrabbijn Shneur en rebbetzin Mussi Shusterman-Stiefel met hun 2-jarig zoontje Tzvi. beeld Erik Kottier
Chabadrabbijn Shneur en rebbetzin Mussi Shusterman-Stiefel met hun 2-jarig zoontje Tzvi. beeld Erik Kottier

„Dat was op een heel andere manier indrukwekkend”, zegt Shneur. „De meeste bezoekers hoor­den voor het eerst in hun leven de tonen van de sjofar, de ramshoorn.” Het beluisteren daarvan is een van de mitswot, de religieuze geboden, die verbonden zijn met het Joods Nieuwjaar. „Voor de bezoekers betekende het heel veel. Als wij nog in New York waren geweest, dan hadden zij de sjofar niet gehoord. Daarom voelt het alsof we al veel hebben bereikt.”

Mussi beaamt dat. „Qua Joods leven ervaren we Lelystad als ”the middle of nowhere”. Maar al woont er hier maar één Jood, dan is het nog de moeite waard voor ons om hier te komen.”

Die opvatting sluit naadloos aan bij de opdracht waartoe het jonge echtpaar zich geroepen voelt: Joden weer in contact brengen met hun eigen achtergrond door samen met hen de Joodse feesten te vieren en mitswot te vervullen. Vandaar hun gedrevenheid om vanuit het niets een Joodse gemeente uit de grond te stampen. Nog maar een paar weken geleden landden ze samen met hun bijna tweejarige zoontje Tzvi in Nederland. Totdat ze een huis gevonden hebben in Lelystad verblijven ze in Almere bij de ouders van Mussi, rabbijn Moshe en rebbetzin Channa Stiefel. Shneur en Mussi zijn inmiddels de tel kwijtgeraakt van het aantal keren dat ze al op en neer zijn gereden naar Lelystad om bezoekjes af te leggen. „Het is onmogelijk te achterhalen hoeveel Joden er daar wonen, niemand houdt dat bij”, legt Mussi uit. „Maar via, via zijn we inmiddels al in contact gekomen met tientallen Joden. Ik vermoed dat er wel een paar honderd zijn. Een deel van hen is erg geïnteresseerd in wat we doen. Het grappige is dat elke Jood daar denkt de enige te zijn. Ze vinden het geweldig om te horen dat er veel meer Joden wonen en dat wij bezig zijn een gemeente te stichten. Er was zelfs een dame die bewust naar Lelystad verhuisde nadat ze van onze plannen hoorde.”

New York

Shneur groeide op in Australië en vertrok naar New York om daar zijn rabbinale studie te voltooien. „Het Joodse onderwijs is daar veel beter.” Via een Joodse huwelijksmakelaar werd hij aan de Nederlandse Mussi gekoppeld. Al tijdens hun eerste ontmoeting spraken ze over hun beider wens ergens ter wereld een Chabadgemeente te beginnen, ze zouden wel zien wat er op hun pad zou komen. Het stel trouwde in Nederland en settelde zich eerst in New York. „We hadden er een geweldige tijd”, vertelt Shneur. „Het is voor Joden fantastisch om daar te leven. Er zijn overal synagogen, Joods onderwijs en het beste koosjere eten. We hadden allebei een leuke baan, veel Joodse vrienden en bezochten vaak Joodse feesten.”

„Het is altijd al mijn droom geweest om sjaliach, gezant, te zijn”, vertelt Mussi. Ze groeide zelf op in een dergelijk gezin. Haar Amerikaanse vader werd een paar decennia geleden door zijn schoonvader, de Nederlandse opperrabbijn Jacobs, gevraagd een Chabadgemeente in Almere te beginnen. Deze leefstijl betekent de handen uit de mouwen steken voor alle gezinsleden. Zo zitten tijdens de vrijdagavondvieringen tientallen lokale en internationale gasten aan tafel en tijdens de feestdagen helpt iedereen mee om alles klaar te zetten in de synagoge. De geschiedenis herhaalt zich, want deze keer kreeg Shneur van zijn schoonvader rabbijn Stiefel het verzoek om aan de slag te gaan in Lelystad, de Flevolandse hoofdstad, met een kleine 80.000 inwoners. Omdat de stad nog maar sinds 1967 bestaat, kent die geen Joodse geschiedenis. „Deze gemeente is echt een primeur.”

Emigreren

„Na lang wikken en wegen besloten we het te doen”, vertelt Mussi. „Het was een enorme stap om te emigreren. Mijn hele getrouwde leven heb ik in New York gewoond. Hier naartoe komen betekende een enorme aanpassing en dat we veel op moesten geven. Het is hier geen betere plek voor ons. Integendeel, Joods leven is hier stukken moeilijker zonder koosjer eten en Joods onderwijs in de buurt. Daarvoor ga ik straks met mijn zoontje Tzvi op en neer naar Amsterdam. Ook moesten we afscheid nemen van al onze vrienden. Toch wisten we zeker dat we als echtpaar uitgezonden wilden worden. Bovendien realiseerden we ons dat hoe langer we zouden wachten, hoe lastiger het zou zijn om te vertrekken. Dit voorjaar waren we tijdens Pesach in Nederland. Mijn vader steekt elk jaar tijdens het Chanoeka, het Inwijdingsfeest, in december in Lelystad in het openbaar een hele grote kandelaar aan. Daardoor had hij al wat contacten met politici en Joodse inwoners, en we gingen kijken wat zij missen en waar ze behoefte aan hebben. Een vrouw was zo blij met onze komst. Ze voelde zich erg alleen als Jodin, maar ook eenzaam in het algemeen. Ze vertelde dat niemand ooit op bezoek kwam. Voor dat soort werkzaamheden zijn wij er ook.”

Mezoeza

Verder ontstaan veel contacten spontaan. „We waren bezig met het bevestigen van een mezoeza, een gebedskoker, aan de deurpost van de woning van een mevrouw in Lelystad. Opeens vertelde een buurman dat hij ook Joodse wortels heeft. En een kwartier later begroette iemand anders ons met ”Sjalom”, hij bleek ook Joods te zijn. Voor ons zijn dit tekenen dat onze komst eigenlijk al veel eerder nodig was. Natuurlijk ligt Almere dichtbij, maar gevoelsmatig is het voor Lelystedelingen toch ver weg. Er is behoefte aan een eigen gemeente. De stad groeit hard, vooral nu, met de uitbreiding van het vliegveld. Ook voor mensen in Dronten is de stap kleiner om langs te komen.”

Het echtpaar heeft al veel bemoedigende gesprekken gevoerd. „Het is fijn om te merken dat mensen het belang van ons werk inzien, dat ze ons op allerlei manieren steunen. Dat hoeft niet eens met geld te zijn, als ze ons alleen met woorden stimuleren is dat al erg fijn”, glimlacht Mussi.

Het echtpaar droomt van een eigen huis en een onderdak voor de synagoge. „Tijdens feestdagen reizen wij niet. Dat maakt het organiseren van evenementen extra lastig. Tijdens Rosj Hasjana verbleven we in een bed and breakfast in Lelystad en hadden we een zaaltje gehuurd voor het diner in de avond en het sjofarblazen de volgende ochtend.” Omdat de huidige Joodse maand Tisjri heel erg veel feestdagen telt, zijn ze al flink aan het brainstormen over activiteiten. „Ik overweeg een loofhut op een auto te zetten”, zegt Shneur. „Dan gaan we zo bij mensen langs. Ze kunnen dan in de loofhut eten, zo vervullen ze een mitswa voor het Loofhuttenfeest. Als we onze eigen plek hebben, willen we zo snel mogelijk beginnen met zondagsschool voor kinderen en cursussen voor volwassenen. Ik kan niet wachten tot we een tafel vol met gasten hebben voor de sabbatsmaaltijden en tijdens de Joodse feestdagen.”

Inspiratiebron

Over waar ze hun inspiratie vandaan halen, hoeven ze niet lang na te denken. „Mijn grootste inspiratiebron is de rebbe (zie ”Wat is Chabad?”)”, vertelt Shneur. „Die heeft ons geleerd om zorg te dragen voor elke individuele Jood. Wij maken ons niet alleen zorgen om onszelf, maar zien ook om naar mede-Joden. Al is het er maar eentje die wij helpen, dan is het al de moeite waard. Zo was er in Tasmanië in een klein dorpje een Jood overgebleven die zich vreselijk eenzaam voelde. De rebbe stuurde er meteen een sjaliach op af om hem te steunen.” Mussi: „In New York leefden we ons leven voornamelijk voor onszelf. Natuurlijk hielpen we anderen waar nodig, maar door als sjloechiem aan de slag te gaan, stellen we ons leven in dienst van anderen. Ik ben hier opgegroeid en ik heb een hoop van mijn ouders geleerd. We gaan in de toekomst ook zeker veel samenwerken met Almere.” Shneur is inmiddels hard bezig met het leren van de taal. „Ik spreek het al een beetje”, glimlacht hij. „Talen zijn niet mijn sterkste kant, maar ik doe mijn best.”

„Straks met die Floriade komen er veel toeristen van over de hele wereld”, merkt 
Shneur op. „Dan springen we zeker bij.” Mussi geeft aan dat ze allemaal aan hetzelfde doel werken. „Iedere Jood waar dan ook ter wereld te helpen. Het is een groot avontuur dat we aangaan en we zijn trots en blij dat we dit werk mogen doen.”

>

chabad.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer