VN-comité kan geen uitspraak doen over klimaatzaak Thunberg
Het VN-comité voor de rechten van het kind kan geen uitspraak doen over een aanklacht die was ingediend door de Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg en jongeren uit elf andere landen tegen Frankrijk, Brazilië, Duitsland, Turkije en Argentinië. De zaken hadden eerst moeten worden voorgelegd aan nationale rechters, aldus het comité.
De jongeren dienden de klacht in 2019 in, omdat de vijf landen al decennia op de hoogte zouden zijn geweest van de gevolgen van klimaatverandering, maar niets zouden hebben gedaan om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De vijftien jongeren vinden dat daarmee kinderrechten zijn geschonden.
Het comité van de Verenigde Naties erkent dat er een verband is tussen de schade die de kinderen lijden en het niet verminderen van de uitstoot. Het comité heeft ook bepaald dat landen verantwoordelijk kunnen worden gehouden door schade die is aangericht door uitstoot, ook als dit buiten de landsgrenzen is gebeurd. „De collectiviteit van de oorzaken van klimaatverandering stelt geen enkele staat vrij van zijn individuele verantwoordelijkheid”, aldus commissielid Ann Skelton.
De vijf landen hadden aangedragen dat deze zaken eerst nationaal behandeld moeten worden, daar ging het comité dus in mee. „Jullie waren succesvol op sommige onderdelen, maar op andere niet. We hopen wel dat jullie gesteund worden door de positieve aspecten van deze uitspraak en dat jullie doorgaan met het gevecht voor rechtvaardigheid en tegen klimaatverandering”, schrijft het comité in een brief aan de jongeren.