Recordlage opkomst bij verkiezingen Irak
Bij de parlementsverkiezingen in Irak is zondag slechts 41 procent van de 25 miljoen potentiële kiezers naar de stembus gekomen. De Irakese verkiezingscommissie maakte dat maandag bekend. Het betekent een recordlage opkomst in een land waar de frustratie onder de bevolking over de politieke elite groot is. De uitslag van de verkiezingen wordt later op maandag verwacht.
De opkomst is ook lager dan die bij de verkiezingen van 2018. Toen kwam 44,5 procent van de stemgerechtigde Irakezen naar de stembus. Dat waren de eerste verkiezingen nadat Irak, bijna vier jaar geleden, de militaire overwinning op de militante groepering Islamitische Staat (IS) uitriep. In totaal mochten Irakezen sinds de val van Saddam Hussein in 2003 vijf keer hun stem uitbrengen.
De verkiezingen van zondag werden enkele maanden vervroegd gehouden, na aanhoudende protesten in het land waarbij werd opgeroepen tot hervormingen. De lage opkomst was al voorspeld. Veel Irakezen zijn zo teleurgesteld in de politiek dat zij de hoop hebben opgegeven dat zij de machtsverhoudingen in het land werkelijk kunnen veranderen. Het olierijke Irak worstelt al jaren met economische en politieke crises.
Verkiezingswaarnemers denken echter ook dat de grootschalige beveiligingsmaatregelen kiezers heeft afgeschrikt. Irak zette meer dan 250.000 veiligheidswerkers in om alle stembureaus in het land te beveiligen. Die maatregelen versterkten bij veel kiezers hun angst voor aanslagen.