Vriendin en broer ontkennen betrokkenheid bij ‘zwembadmoord’
De toenmalige vriendin van de in 2012 doodgeschoten Jan Elzinga en haar broer ontkennen dat ze iets te maken hebben met de ‘zwembadmoord’. Het Openbaar Ministerie verdenkt de twee nadat de veroordeelde Willem P. is gaan praten. Maandag stonden de twee terecht tijdens een eerste inleidende zitting bij de rechtbank in Groningen.
Jan Elzinga (40) werd op 10 juli 2012 bij een zwembad in Marum (Groningen) doodgeschoten. Twee mannen zijn veroordeeld. Pascal E. heeft het schieten toegegeven en zit een celstraf van vijftien jaar uit. Willem P. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van bijna twintig jaar voor het instrueren van E. Hij ontkende altijd elke betrokkenheid.
P. is vanaf 2017 in zijn cel alsnog gaan verklaren en heeft een deal gesloten met het OM. Hij hoopt zo een lagere straf te krijgen. P. zegt dat hij voor de moord 30.000 euro kreeg van Monique H. (42), de toenmalige vriendin van Elzinga, haar broer Marcel (39) en hun moeder (59). Elzinga zou Monique H. mishandelen. Een 56-jarige man uit Kampen was de tussenpersoon van P. met de schoonfamilie. Het viertal werd in juli aangehouden. De moeder en de Kampenaar verschijnen 25 oktober voor de rechtbank in Groningen. De vier zitten in voorarrest.
Monique en Marcel H. werden in 2012 ook gezien als verdachte, maar het OM seponeerde hun zaak wegens gebrek aan bewijs. De advocaat van Monique H. zegt dat P. liegt en het oude strafdossier goed heeft bestudeerd. Hij vindt het nieuwe bewijs „summier”. Onderzoek van een recherchebureau, in opdracht van Monique H., zou volgens haar advocaat ook aantonen dat P. onbetrouwbaar is.
De officier van justitie vindt de verklaringen van kroongetuige P. over de „koelbloedige liquidatie” geloofwaardig. Aanvullend onderzoek bevestigt volgens de aanklager zijn verhaal. Zo zijn er mobiele telefoons onderzocht die door P. aan de politie zijn overhandigd. Daarop staat belastende communicatie tussen de broer en P., aldus het OM.
Ook zijn de vier zich geheimzinnig gaan gedragen nadat een undercoveragent op 2 juli van dit jaar een van de telefoons aan de moeder gaf. Hij deed zich voor als een bekende van P. vanuit de gevangenis en zei alles te weten over de huurmoord. De schoonfamilie werd destijds getapt.
De datum van de inhoudelijke behandeling is nog niet bekend.