Biden biedt migrant weinig hoop
Tijdens de wedloop naar het Witte Huis beloofde Joe Biden een humaner immigratiebeleid te voeren dan zijn rivaal, zittend president Donald Trump. Ruim een half jaar na zijn aantreden als president is er felle kritiek op Bidens aanpak, van Republikeinen én van Democraten.
Soms is één foto voldoende voor de uitbarsting van een vulkaan aan kritiek. Dat gebeurde vorige week met de foto van een agent van de grenspolitie te paard, die zwarte migranten uit de grensstreek bij Del Rio (Texas) verjoeg. De teugels van het paard leken op zwepen. Daardoor riep het beeld bij het publiek associaties op met slavenhouders die hun onderhorigen voortdreven. „Onmenselijk, barbaars”, was het breed gedeelde commentaar.
Een paar dagen later waren er beelden van de landingsbaan van het vliegveld van Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti. Op de strip lag een berg bagage. Die was daar gedropt door een Amerikaans vliegtuig dat Haïtiaanse vluchtelingen had teruggebracht naar hun vaderland. Op de video was te zien hoe de vluchtelingen wanhopig op zoek waren naar hun bezittingen. Sommige Haïtianen probeerden het vliegtuig weer binnen te komen toen ze ontdekten dat ze niet naar een stad in de VS waren vervoerd, maar naar het land dat ze vaak al tien jaar geleden waren ontvlucht.
De eerste drie repatriëringsvluchten vonden zondag 19 september plaats. In de daarop volgende dagen gingen de toestellen dagelijks zeven keer op en neer. Zo werden in totaal bijna 14.000 Haïtianen teruggebracht naar hun geboorteland. De groep was in de weken daarvoor illegaal de VS binnengekomen door op een ondiepe plaats de grensrivier Rio Grande over te steken. Na deze overtocht vonden de immigranten voorlopig onderdak onder een brug in Del Rio. De onhoudbare toestand aldaar –er waren slechts enkele noodtoiletten en vers drinkwater was er niet– bracht Biden tot het besluit de mensen terug te brengen naar Haïti zonder dat ze dit vooraf werd verteld.
La Esperanza
Deze migranten hadden er een lange, moeitevolle reis via Brazilië en Midden-Amerika voor over gehad om naar de Mexicaans-Amerikaanse grens te komen. Het gerucht dat ná Trump een president was aangetreden die een ruimhartig immigratiebeleid voorstaat, had hen de moed gegeven om de tocht via het gevaarlijke Mexico naar het noorden te maken.
Vrij kort na Bidens aantreden was er daarom al een groep van 2000 migranten neergestreken langs de grens nabij de stad San Diego. De migranten wilden er als eersten bij zijn als verkiezingsbeloftes van Biden werden omgezet in maatregelen. Veelzeggend was dat ze hun provisorisch kamp de naam La Esperanza, de hoop, hadden gegeven.
Maar wachten duurt soms lang. Voor Biden had de migratieproblematiek niet de hoogste prioriteit. Wel maakte hij in mei bekend dat hij het aantal vluchtelingen dat dit jaar mocht worden toegelaten omhoog schroefde van 15.000 naar 62.500. Daarmee wilde hij „de schade van de afgelopen vier jaar ongedaan maken.” Het treffen van de noodzakelijke organisatorische voorzieningen kost echter tijd, aldus de president.
Inmiddels is het voor de regering-Biden helder dat het nieuwe quotum voor toelating lang niet toereikend is om het aantal vluchtelingen dat richting de VS trekt, op te vangen. Vandaar dat ze sinds het begin van de zomer een toelatingsbeleid voert dat net zo restrictief is als dat van Trump. Wie illegaal het land binnenkomt, wordt teruggestuurd. Alleen kinderen die geheel onbegeleid binnenkomen mogen rekenen op een welkom.
Nieuw kamp
Ook immigranten die legaal proberen een verblijfsvergunning te krijgen moeten rekenen op een afwijzing. Vanwege de pandemie mogen agenten volwassen migranten direct terugsturen. Biden beroept zich daarbij op de zogeheten Title 42, een wet uit 1944 die vanwege de pandemie van vanonder het stof is gehaald. Alleen al in augustus zijn er op deze manier meer dan 200.000 migranten teruggestuurd.
Intussen broedt Biden op nieuwe oplossingen. Afgelopen week zaterdag verschenen advertenties voor bewakers van een nieuw in te richten kamp op Guantanomo Bay waar illegale migranten kunnen worden opgevangen. Kennis van de Spaanse taal strekt tot aanbeveling.