Brandstofprijs gaat door het dak
Voor een argeloze automobilist is het schrikken bij de pomp: de adviesprijs voor een liter benzine steeg dinsdag naar een nieuw record. Op een kentering hoeft de autorijder voorlopig niet te rekenen. Vijf vragen.
Hoeveel betaalt de automobilist nu bij het tankstation?
Volgens consumentenorganisatie UnitedConsumers, die dagelijks adviesprijzen bijhoudt van vijf grote oliemaatschappijen, ligt de adviesprijs voor een liter E10-benzine (Euro95) landelijk gemiddeld op 1,989 euro. De adviesprijs voor een liter diesel is gemiddeld 1,635 euro. Dat is eveneens de hoogste prijs ooit voor dat type brandstof.
De consumentenorganisatie wijst er wel op dat bij veel tankstations de prijzen lager liggen omdat zij kortingen geven. De adviesprijs wordt vaak gehanteerd door pompstations langs snelwegen die dus duurder zijn. Volgens prijsvergelijker brandstof-zoeker.nl is het bij enkele goedkope pompen in Nederland nog steeds mogelijk om E10 voor een prijs rond de 1,70 euro per liter te tanken.
Wat is de oorzaak van deze prijsstijging?
Kenners noemen de olieprijs als belangrijkste opdrijvende factor. Die is geruime tijd aan het stijgen doordat de vraag naar olie, waaruit benzine en diesel wordt gemaakt, aantrekt. Dit komt door het sterke economische herstel van de coronapandemie en doordat het aanbod op de markt beperkt is. De prijs van een vat Brentolie (van 159 liter) steeg dinsdag tot boven de 80 dollar (68,50 euro); het hoogste niveau sinds oktober 2018. De olieprijs is in één jaar tijd verdubbeld.
Saillant, omdat de gasrekening steeds duurder uitvalt, kiezen energieleveranciers voor ruwe olie als brandstof. Ook dat stuwt de olieprijs op.
De benzineprijs hangt dus af van de grillen op de markt?
Volgens het olieconcern Shell wordt 23 procent van de benzineprijs bepaald door de prijs voor ruwe olie en raffinagekosten. Bij diesel ligt dat percentage op 31 procent. In zoverre zijn de ontwikkelingen op de markt van belang. De Nederlandse overheid heeft echter de grootste invloed op de prijsontwikkeling doordat die accijnzen en btw heft. Volgens Shell gaat 63 procent van de benzineprijs naar de staat; bij diesel is dat 52 procent.
Hoe komt het dat er zo’n hoog percentage van de brandstofprijs in de staatskas verdwijnt?
Allereerst tikt de benzinerijder een bedrag van 82 cent af aan accijns –een vaste heffing– per liter. Voor dieselrijders ligt dit bedrag op 53 cent. De hoogte van deze inning wordt jaarlijks per type brandstof door de overheid vastgesteld. Over de brandstofprijs, waarbij de accijnzen zijn inbegrepen, heft de staat nog eens een extra belasting: 21 procent btw. Bij een literprijs van 2 euro belandt 1,15 euro in de staatskas.
Door de accijnzen te verlagen kan de overheid de brandstofprijzen drukken. Vooral rechtse partijen voelen hier wat voor. Zo pleitte PVV-Kamerlid Edgar Mulder in juni –toen de benzineprijzen rond hetzelfde niveau circuleerden– voor een accijnsverlaging. Hij liet destijds weten een korting van 30 cent per liter als een mooie eerste stap te zien. Volgens het parlementslid kan Nederland een voorbeeld nemen aan België en Duitsland, waar de brandstofprijzen beduidend lager zijn.
Blijven de prijzen stijgen zolang de overheid niet in actie komt?
Volgens kenners moeten automobilisten voorlopig rekening houden met een adviesprijs van rond de 2 euro per liter benzine. Met de winter in aantocht zullen de prijzen eerder toenemen dan afnemen. De vraag naar gas neemt dan toe, omdat huizen en kantoren verwarmd moeten worden. De olieprijs beweegt mee met de gasprijs, dus als de laatste stijgt zal de eerste daarop meeliften. Hoe strenger de winter, hoe groter de kans op hogere brandstofprijzen.