Russen tipten VS over spionage
Tien jaar voordat de Amerikaanse spion Robert Hanssen werd gearresteerd, waarschuwden de Russen Washington dat een „ontevreden agent” van de FBI probeerde vertrouwelijke geheimen aan hen te verkopen.
De Russen kenden Hanssens ware identiteit niet en de FBI was niet in staat de dubbelspion in eigen gelederen te ontmaskeren. Deze bizarre ontwikkeling staat in een rapport van oud-directeur van de federale recherchedienst FBI en van de inlichtingendienst CIA William Webster. Hij onderzocht de Hanssen-affaire, die volgens Amerikaanse deskundigen een van de schadelijkste spionageaffaires voor de FBI was.
Het rapport vermeldt niet waarom Moskou de Amerikanen waarschuwde, maar volgens inlichtingendeskundigen zijn zulke waarschuwingen niet ongebruikelijk wanneer diplomaten vrezen dat zij verstrikt kunnen raken in een contraspionazaak, in dit geval opgezet door de FBI.
Overigens had Hanssens zwager -zelf eveneens een FBI-agent- ook al zijn verdenkingen uitgesproken over Hanssen. Verder had een andere FBI-agent die wegens spionage voor de Russen werd gepakt -Earl Pitts- bij zijn verhoren door FBI-collega’s al bedenkingen over Hanssen geuit. Al deze waarschuwen ten spijt kon Hanssen zijn spionagewerk voor Moskou ongestoord voortzetten.
De FBI-contraspionagespecialist begon daarmee in 1979 en pas in december 2000 begon de FBI hem uitgebreid te schaduwen. In februari 2001 werd hij gearresteerd. Eerder dit jaar werd Hanssen veroordeeld wegens spionage. In het najaar zal zijn straf worden vastgesteld.
Aangezien hij zijn spionageactiviteiten heeft toegegeven, wacht hem niet de doodstraf maar krijgt hij waarschijnlijk levenslang. Naar aanleiding van de Hanssen-affaire heeft de FBI de interne veiligheidsmaatregelen verscherpt. Daarbij worden functionarissen die toegang hebben tot vertrouwelijke informatie aan een test met een leugendetector onderworpen.
Zeven van de 700 geteste FBI-functionarissen hebben de proef niet doorstaan. FBI-directeur Robert Mueller zei gisteren dat hun dossiers „nader zullen worden onderzocht”, maar dat zij voorlopig op hun post blijven.