Aanpak honger en armoede dringende noodzaak
Van de Ierse schrijver-dichter Samuel Beckett is de uitspraak: Try again, fail again, fail better. Probeer het opnieuw, faal opnieuw, faal beter. Ofwel: geef de strijd nooit op.
Als dit principe ergens van toepassing is, dan wel op de strijd tegen honger, ondervoeding en armoede. Weinig tast de menselijke waardigheid meer aan dan deze dingen. Het is bovendien belangrijk de strijd met des te meer inzet te voeren, omdat de aantallen mensen in deze omstandigheden door de coronacrisis enkel zijn gestegen. Rond de 800 miljoen mensen lijden wereldwijd honger, terwijl nog eens zo’n aantal als ondervoed geldt. Het aantal mensen dat in armoede leeft, steeg in 2020 met 120 miljoen mensen. Het zijn duizelingwekkende aantallen.
Er was dan ook alle reden voor een wereldwijde voedseltop, zoals die donderdag parallel aan de Algemene Vergadering van de VN digitaal werd gehouden. Met de top werd een wereldwijde consultatieronde afgesloten, waarbij in anderhalf jaar tijd 40.000 mensen met elkaar van gedachten wisselden over mogelijke oplossingen.
De top van dit jaar richtte zich voor het eerst specifiek op voedselsystemen. In feite is het een derde stap in de strijd tegen honger. Eraan vooraf gaat allereerst de vraag of er voldoende voedsel is en vervolgens die naar voedselzekerheid. Dat laatste gaat over de daadwerkelijke beschikbaarheid ervan. Ook als er voldoende voedsel aanwezig is, wil dat nog niet zeggen dat mensen ook allemaal toegang tot betaalbaar én kwalitatief goed voedsel hebben.
Het besef is gegroeid dat voedselzekerheid alleen bereikt kan worden door het hele voedselsysteem integraal aan te pakken. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om het hele traject van een cacaoboon tot een chocoladereep in de supermarkt. Daarbij gaat het ook over werkomstandigheden, handelsrelaties en impact op het klimaat. Als een cacaoboer te weinig verdient om goed voedsel te kopen, is honger- en armoedebestrijding dweilen met de kraan open. En als klimaatverandering voor toenemende droogte zorgt, heeft dat gevolgen voor de beschikbaarheid van vruchtbare grond.
Bij de top was een groot aantal verschillende sectoren vertegenwoordigd, zoals overheden, bedrijven, ngo’s en wetenschappers. In de aanloop klonk de kritiek dat de macht op zo’n bijeenkomst nog altijd ongelijk is. Kleine boerenorganisaties hebben bijvoorbeeld de middelen niet om de top met een flink team voor te bereiden, zoals deelnemende grote bedrijven wel kunnen. En zijn die bedrijven naar hun aard niet te veel gericht op winstmaximalisatie?
De winst is sowieso dat mensen wereldwijd uit alle delen van het voedselsysteem met elkaar om tafel hebben gezeten. Niets doen is geen optie. Gezonde voeding moet betaalbaar zijn, óók om obesitas te voorkomen: wereldwijd zijn 2 miljard mensen te zwaar. Nederland kan hier helpen door onder meer het delen van kennis rond hoogwaardige zaden en eerlijke handelsafspraken.