Die had maandag, als voormalig directeur–generaal internationale militaire samenwerking van Rusland, verklaard dat de Verenigde Staten een vooropgezet plan hadden om het voormalige Joegoslavië uit elkaar te laten vallen. Ook had hij gezegd dat de VS een voorwendsel zochten om Joegoslavië in 1999 te gaan bombarderen.

Ivasjov zei dat de conclusies mede gebaseerd zijn op geheime Russische documenten die hij niet aan het VN–hof mag geven. Voorzittend rechter Robinson merkte op dat Milosevic’ bewijs „waardeloos" is als het niet getoetst kan worden.

Ivasjov verweet de NAVO dat zij samenwerkte met de „moordenaars en terroristen" van het Kosovo–Bevrijdingsleger (UC_K). Volgens Ivasjov was er sprake van politieke en militaire steun. Westerse leiders en onderhandelaars zoals Holbrooke ontmoetten UC_K–leiders en deden geen pogingen hen te arresteren. En sinds de herfst van 1998 stelde Rusland vast dat het UC_K beschikte over moderne wapens uit het Westen.

Ook Westerse onderzoeksjournalisten stelden eind jaren ’90 vast dat het UC_K beschikte over moderne Westerse wapens. Die zouden echter niet zijn geleverd door de desbetreffende staten, maar zijn „geregeld" door de Kosovaarse georganiseerde misdaad met haar vertakkingen in grote delen van Europa.

Na Ivasjov en oud–premier Ryzjkov van de Sowjet–Unie komt volgende week een derde getuige over uit Moskou om in Den Haag de zaak van Milosevic te steunen: De Russische politicus Jevgeni Primakov.

Als premier van Rusland probeerde Primakov te bemiddelen, toen het Kosovo–conflict in 1999 steeds verder escaleerde. Hij zat net in het vliegtuig en was op weg naar Washington voor een gesprek met de Amerikaanse vice–president Al Gore, toen de NAVO begon met bombardementen op Joegoslavië. Kwaad beval Primakov boven de Atlantische Oceaan aan de piloot om rechtsomkeert te maken.