Twee rivaliserende facties zouden eind vorige maand woorden hebben gehad in het presidentiële paleis in de hoofdstad Kabul. Het geschil ging over de vraag wie het meest had gedaan om de overwinning op de Verenigde Staten te behalen. De ene groep betrof aanhangers van vicepremier Mullah Abdul Ghani Baradar. De andere waren volgelingen van minister van Binnenlandse Zaken Sirajuddin Haqqani. De ruzie liep zo hoog op dat Baradar om het leven zou zijn gekomen.

Het is een gegeven dat de taliban sterk verdeeld zijn. Zolang buitenlandse troepen in Afghanistan aanwezig waren, vormden ze één front. Het lijkt erop dat het machtsblok nu al uiteenvalt.

Het gerucht over de dood van Baradar deed de ronde omdat de hoge taliban niet meer in het openbaar verscheen. Sinds maandag proberen de taliban de verhalen over de mogelijke dood van de Afghaanse vicepremier te ontkrachten. Toen kwamen de nieuwe heersers met een geluidsopname en een handgeschreven verklaring om te bewijzen dat Baradar nog in leven was. In de geluidsopname zei Baradar dat hij op reis was geweest. „Het gaat goed met ons.”

De poging leidde ertoe dat de geruchten over de dood van de belangrijke taliban-leider alleen maar sterker werden. Want waarom verschenen er geen levende beelden?

Ook de sterke man van de taliban, geestelijk leider Haibatullah Akhundzada, is al een maand niet in het openbaar gezien. Hij zou in Kandahar zijn. Maar van hem verschijnen evenmin levende beelden.