Handhaver pakt heibel in de Biesbosch stevig aan
Zo’n 140 controles, 5000 euro aan boetes. Dat levert een grootschalige handhavingsactie in de Biesbosch op een zonnige septemberdag op. Sinds de coronacrisis is het drukker op het water, merken de opsporingsambtenaren in het gebied.
„Als je met deze snelheid achterom kijkt, verlies je je bril”, waarschuwt Ivo Vlietstra. De politievrijwilliger stuurt de boot met een snelheid van 74 kilometer per uur over het water op zoek naar wetsovertredende waterrecreanten. Vlietstra maakt deel uit van basisteam Dongemond, dat deelneemt aan de handhavingsactie in de Biesbosch (zie: ”Met elkaar kun je effectiever optreden in de Biesbosch”). Onder meer de douane, gemeente Drimmelen en Staatsbosbeheer zijn met vaartuigen van de partij. Met resultaat. Aan het eind van de dag zijn er dertig boetes uitgedeeld.
Vlietstra, die jarenlang als wijkagent in district Dongemond heeft gewerkt, weet waar hij moet zijn. Zodra hij de haven van Drimmelen uit is, koerst hij af op de Aakvlaai, een recreatieterrein in de Biesbosch. De politie is niet de enige die het gebied in wil. Rustig drijft de politieboot mee in een lange file van kano’s, jachten en sups.
Bodemprijzen
Sinds de coronacrisis is de drukte op het water toegenomen (zie: ”Door corona recreëren meer mensen in eigen land”). Vakantiegangers gingen niet naar het buitenland en kochten soms een vaartuig, zegt inspecteur Rutger van Rooij, die ook op de boot zit. Hij denkt niet dat die trend blijvend is. „Het onderhouden van een vaartuig is duur. Als je je boot hier in de haven stalt, betaal je al snel 1000 euro per jaar.” Van Rooij zou niet opkijken als boten straks voor bodemprijzen worden verkocht. „Na de coronacrisis gaan mensen weer op vakantie naar het buitenland.”
Vooralsnog lijkt de overlast in de Aakvlaai deze dag mee te vallen. Een kale man zwemt rond in het water, evenals een groepje kinderen dat met een zwemband speelt. Op de kant dansen jongeren rond een geluidsinstallatie. Maar volgens Vlietstra is het geen overlast: het volume overstijgt niet de maximaal toegestane decibellen.
Het afgelopen uur is het hier rustig geweest, concludeert boa Roy Lagendijk. Hij vaart mee namens de gemeente Drimmelen. „Anders dreven die zwanen hier niet zo kalm.”
In de Aakvlaai is het niet altijd vredig. Gisteren had Lagendijk nog mot met de eigenaar van een jacht dat aan de kant ligt. „Die draaide voor het strand met 60 kilometer per uur rondjes op zijn jetski.”
Bekeuring
Tevreden varen de handhavers richting de Amer, een tak van het Hollands Diep aan de zuidelijke kant van de Biesbosch. Daar laat een rubberboot een grote golfslag achter. Die vaart harder dan de maximumsnelheid, weet Vlietstra. Hij wenkt de schipper en zijn vrouw. Het echtpaar Bruin uit Hardinxveld-Giessendam komt langs de politieboot liggen. Het tweetal is zich van geen kwaad bewust. De veertigers hadden niet gezien dat ze een haven naderden en dus niet harder dan 9 kilometer per uur mochten varen. „We zitten al 28 jaar op het water, maar komen hier nooit”, moppert de vrouw. Het missertje kost de Bruins 100 euro.
Als handhaver lijkt Vlietstra ogen in zijn achterhoofd te hebben. Hij is nog niet klaar met het bekeuren van het echtpaar Bruin of hij wijst op een ander vaartuig. Collega Van Rooij wenkt de stuurman van de Raneri die met 30 kilometer per uur over het water raast. De 51-jarige Gerard de Vors uit Hardinxveld-Giessendam is met vier kinderen op stap. Nee, De Vors wist niet dat hij een overtreding beging – „Ik ken dit gebied niet.” Maar fout is fout, geeft hij toe, en hij ontvangt de boete van 100 euro zonder mopperen.
Overlast
Rond 18.00 uur vinden de handhavers het etenstijd. „Laten we uit voorzorg in de Aakvlaai aanleggen”, zegt Vlietstra. De groep recreanten in de Biesbosch verandert rond deze tijd van samenstelling. „Huursloepen vertrekken en barbecueërs en feestgangers komen.” Meer risico op overlast dus.
Dat de politievrijwilliger gelijk heeft, blijkt zodra de boot het recreatiegebied binnenvaart. Van verre is het gebonk van een geluidsinstallatie te horen. Lastiger is om te bepalen wie de boosdoener is: er liggen zes jachten op een rij aan de kant. De muziek zwijgt, zodra de blauwe politieboot binnen het gezichtsveld van de schippers komt. „Ik was het niet”, beweert de eigenaresse van het middelste vaartuig. „Mijn muziek is al de hele tijd uit.” De jongen die naast haar op het dek staat, neemt een teug uit zijn blikje bier. „Jullie maken met die motorboot meer herrie dan wij.”
Ook de vijftiger op het tweede schip –de eigenaar van de zwarte jetski die eerder overlast veroorzaakte– claimt onschuldig te zijn. „Jullie moeten altijd ons hebben”, snauwt hij. „Gisteren heeft die meneer (boa Lagendijk, JB) ons ook al bekeurd. Ga boeven vangen.” Inspecteur Van Rooij blijft kalm. „We vragen jullie rustig om het volume laag te houden. Doe wat je wilt, maar wij winnen toch. Desnoods nemen we jullie geluidsinstallatie in beslag.”
Die vijftigers zijn hier altijd, verzucht Vlietstra buiten gehoorsafstand van de jachten. „Ze denken dat ze boven de wet staan.” Iedere keer hetzelfde liedje, beaamt Van Rooij. „Het is altijd: wij betalen jullie salaris, dus we kunnen zeggen wat jullie moeten doen.” Overigens helpt de aanwezigheid van de politie in de Aakvlaai wel: tot het einde van de actie blijft het er relatief stil.
Incidenten
Meer mensen op het water betekent meer incidenten, ziet Vlietstra. Vaak zijn het nieuwelingen met weinig vaarkennis die bij een incident zijn betrokken. Aanvaringen, een lege benzinetank, koolmonoxidevergiftiging, somt hij op. „Die mensen letten nergens op. Ze hebben het koud, stoken de kachel op en sluiten de deur van de kajuit. Dan verdwijnt de zuurstof.”
Daarnaast merkt de politievrijwilliger coronamoeheid bij sommige Biesboschbezoekers. „Door het strakke regime konden mensen niet op pad en zoeken ze een uitlaatklep. Dan gaan ze overlast veroorzaken door hier te feesten. Ze hebben aan alles lak.”
Al met al viel de overlast mee, concludeert Lagendijk aan het eind van de dag. „Bij een handhavingsactie heb ik regelmatig een heel A4’tje met bekeuringen, nu maar een klein rijtje.”
Helemaal rustig blijft het echter niet. Na afloop van de handhavingsactie krijgt Vlietstra een melding dat er een vuur is in het Gat van de Kerksloot tussen Drimmelen en Lage Zwaluwe. Daar moet hij nog op af. „Zulke zwarte rookpluimen voorspellen weinig goeds.”