Boswachter is afvaldumpingen beu (met fotoserie)
Oliebollen, meubelen, asbestplaten, autowrakken; je kunt het zo gek niet bedenken of boswachter Erik de Jonge komt het tegen in de natuur van het Brabants Landschap. Hij is het beu. „Ik ben boswachter, geen vuilnisman.”
Met een bons davert de Mitsubishipick-up door een gat in het zandpad. In volle vaart scheurt de terreinwagen door het bos. De Jonge is zojuist gebeld door een collega. Er is mogelijk afvaldumping aan de gang. Probleem is dat de boswachter zo’n 5000 hectare natuurgebied onder zijn hoede heeft. Hij was bezig met een surveillance op de Brabantse Wal ten oosten van Bergen op Zoom. De mogelijke afvaldumping lijkt plaats te hebben bij het Schelde-Rijnkanaal, ten zuidwesten van Bergen op Zoom. Het betekent zo’n 10 kilometer scheuren. „Het dumpen van afval in de natuur is binnen een minuut gebeurd. De kans is dus groot dat we achter het net vissen.”
Als De Jonge op de plek arriveert waar de afvaldumping was gesignaleerd, blijkt het loos alarm te zijn. Een opgetrommelde buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) staat de boswachter op te wachten. De vermoedelijke overtreder blijkt een bekende visser te zijn. „Het gebeurt maar zelden dat we een afvaldumper op heterdaad betrappen. Ik heb het in de vijf jaar dat ik in dit gebied werk, nog maar twee, drie keer meegemaakt.”
Er zijn weken dat De Jonge wel twintig illegale stortingen in één week aantreft op de Brabantse Wal. In meer dan de helft van de gevallen gaat het om afval van hennepkwekerijen. „Er lijkt een vaste, professionele ploeg actief te zijn. Die wordt ingehuurd om de restanten van zo’n kwekerij weg te werken. Steevast zit er een vuilniszak bij met een paar lege blikjes Red Bull en latex wegwerphandschoenen.”
In het begin zorgde De Jonge ervoor dat het hennepafval in zijn geheel werd verwijderd. „Karrenvrachten rommel heb ik al weg moeten brengen. Soms moest er zelfs een vrachtwagen komen om het op te halen.” Inmiddels heeft de boswachter besloten de potgrond waar de hennep op groeit niet meer af te voeren, maar in het bos te laten liggen. „Het is anders niet meer te doen. Het gaat soms om honderden vuilniszakken vol.”
Dat er zo veel hennepafval wordt gedumpt is volgens De Jonge een erfenis uit het verleden. „Er kwamen ooit 26.000 drugstoeristen per week naar Bergen op Zoom en Roosendaal. Sinds die gemeenten in 2009 geen coffeeshops meer gedogen, zijn de drugstoeristen vrijwel verdwenen, maar de hennepkwekers zijn gebleven. Zij kunnen hun afval niet naar de milieustraat van de gemeente brengen, dan zijn ze er onmiddellijk bij.”
Volgens De Jonge gaat het plan van sommige gemeenten om zelf hennep te telen het wietprobleem niet oplossen. „Zo’n 80 procent van de teelt is voor de export naar het buitenland. Ik neem aan dat gemeenten die exportmarkt niet zullen overnemen.”
De professionele storters van hennepafval zorgen ervoor dat er in het afval geen dingen zitten waaruit de eigenaar te herleiden is. Bij het storten van huisvuil door particulieren kan dat weleens het geval zijn. „Zulke personen krijgen een boete, maar dat wil niet zeggen dat ze het nooit meer doen.” Een veel hogere boete en een eventuele werkstraf zouden volgens De Jonge wel afschrikken.
De belangrijkste oorzaak van het dumpen van afval is volgens De Jonge de mentaliteit in de zuidwesthoek van Brabant. „Een deel van de inwoners is tamelijk asociaal. Het is voor hen normaal om de troep gewoon in het bos te gooien. Dat gebeurt overal weleens, maar bij ons is het aan de orde van dag.”
Wat volgens de boswachter ook meespeelt is het afvalbeleid van de gemeenten. „Vroeger kon je in gemeente Woensdrecht tien keer per jaar gratis het grof vuil naar de milieustraat brengen. Dat is teruggeschroefd naar slechts één keer per jaar. Voor alle andere stortingen moet je betalen.”
De Jonge vertelt over een collega die in de kerstvakantie met een vrachtje afval in de rij stond voor de milieustraat van Bergen op Zoom. „Mensen konden hun tickets voor gratis storten opmaken. Maar het was er zo druk dat diverse auto’s omkeerden en wegreden. Waar zijn die met hun afval gebleven? Grote kans dat we het de volgende dag ergens in het bos aantreffen. Als gemeenten het storten van grof vuil in de milieustraat gratis houden en goed organiseren, zou dat volgens mij al veel afvaldumpingen schelen.”
De strategie van De Jonge zelf is: „Melden, melden, melden. Vroeger ruimde we alles snel op en lieten het daarbij. Nu maak ik van elke berg met troep foto’s en meld het bij de politie. Ook heb ik een rapport opgesteld om aan te tonen hoe groot het probleem is. Mijn baas schrok van de cijfers en gaat ermee hogerop.”
De Jonge is blij met het project ”Samen sterk in het buitengebied”. Daarin werken alle toezichthouders en boa’s in de provincie Noord-Brabant samen. „Iedereen let bij elkaar op. Als ik vroeger een boa nodig had, belde ik de handhaver van het Brabants Landschap. Als hij niet kon komen, hield het op en kon ik niemand laten aanhouden. Nu bel ik gewoon de boa van de gemeente of van de provincie. Er is er altijd wel één beschikbaar. Vroeger kende ik die mannen helemaal niet, maar door het project ”Samen sterk in het buitengebied” wel.”
Gelukkig bestaat het boswachterswerk volgens De Jonge uit meer dan andermans vuilnis opruimen. „Ik heb een prachtig beroep in een schitterend gebied. Soms vaar ik de ene dag op het Markiezaatsmeer om vogels te tellen en loop ik de andere dag tussen de oude beukenbomen om planten te inventariseren. Ik geniet elke dag van de gigantische variatie op de Brabantse wal.”
Aanpak drugscriminelen
Niet alleen het storten van hennepvuil loopt in Brabant de spuigaten uit, dat geldt ook voor het dumpen van zwaar chemisch afval dat overblijft na het maken van xtc-tabletten. De boswachters van het Brabants Landschap hebben uitgebreide instructies gekregen hoe ze ermee moeten omgaan. De troep is namelijk gevaarlijk voor hun gezondheid en kan alleen door experts worden verwijderd.
PvdA-Kamerlid Jacobi pleitte eind januari voor een hardere aanpak van drugscriminelen die het gevaarlijke goedje in de natuur dumpen. Ze vindt dat de boetes omhoog moeten en de daders voor de schade op moeten draaien. Probleem is echter dat de drugscriminelen net als de storters van hennepafval zeer moeilijk in de kraag te vatten zijn.
De provincie Noord-Brabant startte op 20 december 2013 een actieplan om de goed georganiseerde criminelen aan te pakken. Belangrijkste aandachtspunt is het versterken van de rol van de toezichthouders. Tijdens werkconferenties in februari krijgen zij speciale instructies om signalen die wijzen op drugscriminaliteit makkelijker te kunnen herkennen.
Daarnaast krijgt het publiek informatie over hoe dumpactiviteiten herkend kunnen worden die te maken hebben met de productie en het transport van drugs en drugsafval. De Jonge: „Ik roep mensen op om altijd verdachte situaties te melden. Een verdacht busje, auto’s zonder licht, vreemde personen: bel een boswachter of de politie! Met z’n allen zien we veel meer. Te vaak denken mensen dat het toch niet helpt. Niet altijd leidt het tot een aanhouding, maar regelmatig ook wel.”
Zie ook: