Noorse premier kondigt aftreden aan na verkiezingsnederlaag
Noorwegen neemt na acht jaar afscheid van de conservatieve regering onder premier Erna Solberg. De sociaaldemocratische oppositiepartij van Jonas Gahr Støre won maandagavond de parlementsverkiezingen. Solberg heeft laten weten zich neer te leggen bij de nederlaag en heeft het aftreden van haar kabinet aangekondigd. Volgens de premier is er een „duidelijke meerderheid die een andere regering wil”.
Voor een meerderheidsregering heeft Støre nog wel steun van andere partijen nodig. In zijn overwinningsspeech zei de sociaaldemocraat op zoek te gaan naar andere centrumlinkse partijen om een coalitie mee te vormen.
Ongeveer 3,9 miljoen Noren konden zondag en maandag stemmen voor een nieuw parlement in een politieke strijd waarin de groeiende inkomensverschillen, klimaatverandering en de omslag naar andere energie in het welvarende olierijke land centraal staan. Meer dan 1,6 miljoen kiezers hadden een stem per post uitgebracht.
Støre beloofde de belastingen te verlagen voor lage en middeninkomens en de tarieven voor rijkere Noren te verhogen. Ook zou een regering onder zijn leiding de CO2-uitstoot terugdringen zoals het klimaatverdrag van Parijs voorschrijft, maar hij heeft voorstellen tot het beperken van olie- en gasboringen vanwege het enorme banenverlies tot nu toe niet gesteund. De Groene Partij, een voor de hand liggende coalitiepartner voor de sociaaldemocraten, wil de Noorse olieproductie tegen 2035 volledig hebben stopgezet.
De 60-jarige Solberg was met haar Conservatieve Partij sinds 2013 aan de macht met enkele coalitiepartners. De 61-jarige Støre was eerder minister van Buitenlandse Zaken onder premier Jens Stoltenberg, die nu de NAVO leidt. Noorwegen is geen lid van de Europese Unie. EU-buurlanden Zweden, Finland en Denemarken kozen eerder al voor een wat linksere koers.