Relatie koran en geweld voorzichtig ter discussie
„Moeilijke passages" noemt de moslimtheoloog Mohammed Ajouaou de verzen in de koran die oproepen tot geweld tegen bijvoorbeeld ongelovigen. „Heel voorzichtig" buigen moslims in Nederland zich volgens hem over de vraag wat ze met dat soort teksten aanmoeten, ook al roept dat soms heftige weerstand op. Voor veel moslims komt dat neer op tornen aan Gods woord.
De discussie komt vooral in maatschappelijke debatten op gang, nauwelijks in moskeeën, aldus Ajouaou, adviseur bij de welzijnsorganisatie Prisma Brabant. Hij pleit ervoor gewelddadige koranverzen niet letterlijk te nemen of ze desnoods tussen haakjes te zetten. Dat is voor veel moslims, die de koran vers voor vers als Gods woord zien, taboe. „Er zijn wel meer passages in de koran, zoals die over slavernij, die we links laten liggen", zei Ajouaou dinsdag.
Een „geestelijke drug voor jihadisten", noemde de uit Iran afkomstige jurist en columnist Afshin Ellian gewelddadige koranverzen onlangs in NRC Handelsblad. „Doodt hen waar jullie hen aantreffen", zegt bijvoorbeeld vers 191 uit soera al–Bakara over bestrijders van de islam.
Simpelweg verklaren dat de islam een godsdienst van vrede en verdraagzaamheid is zonder aan zulke teksten aandacht te besteden, kan volgens Ajouaou niet. „Het hoort bij mijn beroep om voorzichtig de vraag aan de orde te stellen hoe we met zulke teksten moeten omgaan. Dat is niet gemakkelijk, maar ik merk dat steeds meer, vooral hoger opgeleide mensen daar oren naar hebben."
Geïsoleerde koranteksten die tot geweld oproepen, kunnen bij gelovigen tot „scheve beelden" leiden, aldus Ajouaou. „Uit teksten die zeggen dat ongelovigen in de hel komen, kunnen ze afleiden dat ongelovigen niet deugen en dat het dus niet erg is om bij zulke mensen een ruit in te slaan."
In moskeeën komt de discussie volgens hem niet op gang, omdat de communicatie tussen imam en gelovigen nog vaak eenrichtingsverkeer is. „De imam preekt of geeft antwoord op vragen van gelovigen. Dan krijg je geen discussie."
Volgens Ahmed Marcouch, woordvoerder van de Unie van Marokkaanse Moskeeën in Amsterdam en omstreken, staat de uitleg van koranverzen in de moskeeën wel ter discussie. Dat gebeurde ook al voor de moord op Theo van Gogh, zei hij.
De gelovigen moeten volgens hem leren de koran in zijn historische context te lezen. Verzen over het doden van ongelovigen stammen uit een tijd waarin moslims in oorlog waren met vijanden van de islam. „Het is ook in het algemeen zo dat straffen in de koran nooit door individuen mogen worden toegepast."
Ook bij de Turkse sociaal–religieuze beweging Milli Görüs is volgens directeur Haci Karacaer een gesprek op gang gekomen. „Bij de vraag hoe je omgaat met mensen die je beledigen, zijn er altijd gelovigen die de koran erbij halen en vragen hoe het met bepaalde verzen zit." De boodschap die zij te horen krijgen is dat „een stukje oplepelen uit de koran" ter legitimatie van een wandaad uit den boze is. Het probleem is volgens Karacaer nog steeds dat er te weinig imams zijn die in het Nederlands de koran kunnen uitleggen en dat ze vaak te weinig zelfvertrouwen hebben om die taak op zich te nemen.