EU richt 13 snelle gevechtsgroepen op
De EU gaat dertien snel inzetbare gevechtsgroepen van elk 1500 man oprichten. De ministers van Defensie van de 25 lidstaten hebben dit maandag besloten tijdens overleg in Brussel.
De interventietroepen zijn bedoeld om in te grijpen op plaatsen in de wereld waar een gewapend conflict dreigt. Ook zullen ze voorbereidend werk verrichten ten behoeve van een vredesmissie of een humanitaire taak. De militairen moeten binnen vijf tot tien dagen operationeel kunnen zijn. De leiding berust bij het binnenkort te openen Europees Defensieagentschap (EDA).
De plannen passen in het streven naar het ontwikkelen van een eigen defensiemacht van de Unie. „Door deze stappen kunnen we de woorden van het gemeenschappelijk buitenlands beleid eindelijk met daden kracht bijzetten”, lichtte de Haagse bewindsman Kamp als voorzitter van de vergadering met zijn collega’s toe. Volgend jaar dient de eerste eenheid gereed te zijn. Vanaf 2007 zijn er bij toerbeurt steeds twee groepen paraat.
Nederland gaat in dit kader samen met Groot-Brittannië een strijdmacht van mariniers vormen. Het stelt daarvoor 750 mensen beschikbaar. Kamp tekende maandag meteen de overeenkomst hiervoor. Voorts levert Nederland een bijdrage van 600 soldaten aan een internationaal peloton waarbij verder Duitsland en Finland betrokken zullen zijn.
Denemarken, Estland, Malta en het neutrale Ierland nemen niet deel aan de samenwerking op dit gebied. Oostenrijk, Zweden en Finland, die geen lid zijn van de NAVO, doen dat wel. Cyprus biedt alleen medische ondersteuning aan. Noorwegen participeert als enige land van buiten de EU in een eenheid.