Westerse mogendheden hebben onder leiding van de VS de aftocht uit Afghanistan geblazen. Dinsdag moeten de allerlaatste Amerikaanse militairen er weg. Daarmee eindigt een oorlog die de langste uit de geschiedenis van de Verenigde Staten is gebleken. En die is gewonnen door de tegenstanders van Washington, de soennitische extremisten van de Taliban. Zij zijn antiwesters en hebben een ‘emiraat’ uitgeroepen dat moet staan onder „islamitische leiding”. Gevreesd wordt voor een schrikbewind zoals de Taliban uitoefenden vanaf 1996 tot de Amerikaanse invasie in 2001.

Veel westerse landen vrezen dat het met vrijheden en rechten gedaan is die vooral de stedelijke bevolking heeft omarmd. Maar er wordt al lange tijd met de Taliban onderhandeld en mogelijk zijn er na de terugtrekking straks nieuwe afspraken met de streng islamitische machthebbers te maken. Die hebben er groot economisch belang bij snel internationaal te worden erkend als wettige regering. De VN-Veiligheidsraad heeft in het verleden echter sancties ingesteld tegen de Taliban.

De Chinese en Russische presidenten, Xi en Poetin, hebben elkaar gebeld over Afghanistan. Ze zijn het eens dat ze samen moeten werken om zich teweer te stellen tegen dreigingen die uit dat land komen nu de Taliban de touwtjes in handen hebben. Beiden vrezen dat de Taliban weer gastheren worden van terroristen die bijvoorbeeld een bedreiging kunnen vormen in de Russische Kaukasus of in het westen van China. Rusland plaatste de Taliban op de lijst van terroristische organisaties naar aanleiding van acties van terroristen in Tsjetsjenië.

Ook de kolossale productie en export van heroïne en andere drugs vormt een dreiging. Maar beide landen hebben ook belangstelling voor de economische mogelijkheden van het land dat rijk is aan koper, lithium, zeldzame aardmetalen, bauxiet en ijzer. Veel delfstoffen die Afghanistan heeft, zijn hard nodig voor de energietransitie en worden steeds duurder.