Surinamers gaan op 25 mei naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. De strijd lijkt ongekend spannend te worden. Het regerende Nieuw Front, bestaande uit vier partijen, staat in de opiniepeilingen op flink verlies, terwijl de grootste oppositiepartij NDP op meer vertrouwen vanuit de bevolking kan rekenen.

Maar ook ex-president Jules Wijdenbosch kan met zijn Democratisch Nationaal Platform 2000 (DNP 2000) op veel steun rekenen. Hoewel zijn partij in de peilingen ver achter ligt, is hij wel verreweg de populairste presidentskandidaat. Eenderde van de bevolking zegt Wijdenbosch terug te willen hebben als president, waarmee hij ver voor ligt op Bouterse en zittend president Ronald Venetiaan, die zich overigens nog niet opnieuw kandidaat heeft gesteld.

Vrijwel alle partijen slijpen de messen, smeden combinaties met andere partijen en organiseren massabijeenkomsten. Venetiaan bezocht zaterdag het afgelegen district Coronie, waar hij waarschuwde voor de gevolgen als Bouterse president wordt. Verschillende leden van de Nationale Partij Suriname (NPS) van Venetiaan hebben de afgelopen weken keihard uitgehaald naar de ex-dictator.

Volgens parlementariër Wim Bakker moet de zittende coalitie het op 25 mei opnemen tegen het drugskapitaal, terwijl minister Ronald Assen van Defensie zaterdag zijn aanhang ervan probeerde te overtuigen dat met de komst van Bouterse de criminaliteit en corruptie in het land zullen toenemen.

Assen gooide er nog een schepje bovenop door te stellen dat hij over informatie beschikt dat binnenlands terrorisme een ernstige bedreiging vormt voor de democratie. Hij trad niet verder in details. In het verleden heeft de bewindsman vaker dergelijk verontrustende taal gesproken, maar dat bleek achteraf steeds nergens op te zijn gebaseerd.

Bouterse zelf negeert de kritiek. Tijdens een bijeenkomst van de NDP te Houttuin, even buiten Paramaribo, veegde hij tot groot enthousiasme van meer dan 1000 sympathisanten de vloer aan met de regering-Venetiaan. „Ze maken er al vierenhalf jaar een potje van en zijn geen enkele belofte nagekomen. Ze voeren een etnische politiek, waarbij het afhangt van je kleur of geloof of je bevoordeeld wordt of een leuk baantje krijgt. Er is sprake van een volksonvriendelijk beleid, terwijl de grondstoffen in ons land voor bijna niets worden verkocht aan het buitenland.”

Maar Bouterse, die na de staatsgreep van 25 februari 1980 het land zo’n tien jaar in zijn macht had, stak de hand ook in eigen boezem. „We moeten allemaal rondkijken naar wat we hebben gedaan en elkaar vervolgens aan durven kijken en zeggen dat we er met z’n allen een puinhoop van hebben gemaakt. Ook wij hebben fouten gemaakt. Maar we moeten niet naar het verleden kijken. Slechts door vooruit te blikken, kunnen we het land tot ontwikkeling brengen. En daar is liefde en respect voor elkaar voor nodig.”

De kans dat een van de deelnemende partijen of partijcombinaties op 25 mei een meerderheid behaalt, is uiterst klein. Bouterse zegt daar geen problemen mee te hebben. „We willen met andere partijen samenwerken, want we kunnen de problemen in het land nu eenmaal niet alleen oplossen.”