Iraniër ontkent betrokkenheid executies voor Zweedse rechtbank
De 60-jarige Iraniër Hamid Noury heeft voor de Zweedse rechtbank ontkend betrokken te zijn geweest bij de massa-executies van honderden gevangen in Iran in 1988. De aanklager zei tijdens de eerste zitting dinsdag dat Noury wordt verdacht van moord en oorlogsmisdaden.
De executies van leden van de oppositiebeweging Iraanse Volksmoedjahedien (MEK) vonden plaats tussen 30 juli en 16 augustus in 1988. De oppositieleden zaten in de gevangenis na een serie aanvallen van de MEK. De geëxecuteerden zijn nooit veroordeeld.
Honderden mensen demonstreerden buiten de rechtbank, onder hen ook aanhangers van de MEK. Ze hielden borden omhoog met foto’s van gedode mensen en vroegen om gerechtigheid. Ze willen ook dat Zweden het inzweren van de nieuwe Iraanse president Ebrahim Raisi afkeurt. Raisi zou ook betrokken zijn geweest bij de executies. Hij ontkent dat zelf, maar hij staat wel achter de executies.
Volgens de Zweedse aanklager is het de eerste zaak tegen een verdachte van de massa-executies in Iran aan het einde van de oorlog met Irak in 1988. De zaak duurt drie dagen en een uitspraak wordt verwacht in april 2022.
Noury woonde nog in Iran, maar werd naar Zweden gelokt door voormalig politiek gevangene Iraj Mesdaghi. Mesdaghi had veel bewijs verzameld voor de betrokkenheid van Noury. Eenmaal in Zweden werd Noury opgepakt.