Namibië had Nederland om de vaccins gevraagd. De situatie in het land is „ernstig en overbelasting van de zorg dreigt”, aldus het ministerie. Het vaccin van AstraZeneca kan er relatief eenvoudig ingezet worden omdat er al mee gevaccineerd wordt. Het hoeft bovendien niet zo koud bewaard te worden als het vaccin van bijvoorbeeld Pfizer.

De meest recente cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) laten zien dat Namibië sinds het begin van de zomer te maken kreeg met een plotselinge stijging in het aantal positieve gevallen en sterfgevallen als gevolg van het coronavirus. Vooral in juni en juli waren hoge pieken te zien.

Meer landen hebben vaccins gekregen uit Nederland. Eerder werd al hulp toegezegd aan Suriname, Kaapverdië en Indonesië - allemaal landen waar Nederland op een bijzondere band mee heeft.

Nederland levert ook een bijdrage aan Covax, een internationaal initiatief om vaccins ter beschikking te stellen aan armere landen. Eind vorige maand waarschuwde de WHO nog samen met een aantal andere organisaties dat dat programma niet snel genoeg wordt uitgerold omdat de rijkere landen de vaccins die ze hadden nog niet geleverd hebben. De vaccinatiedoelen in die landen dreigen niet behaald te worden.

Het ministerie van Volksgezondheid hoopt tegen het eind van dit jaar 20 tot 25 miljoen doses beschikbaar gesteld te hebben aan andere landen die ze nodig hebben, meldde demissionair zorgminister Hugo de Jonge eerder. Dat doel staat nog altijd. Tekorten in eigen land zullen daardoor volgens het ministerie niet ontstaan. Ook niet als besloten wordt om mensen een extra prik (een zogenoemde booster) toe te dienen.