Oostenrijkse regering wil bewegingsvrijheid asielzoekers beperken
De Oostenrijkse regering heeft een wetsvoorstel ingediend dat de bewegingsvrijheid van asielzoekers moet beperken. Het wetsvoorstel is een aanpassing op het pakket strenge asielwetten dat in mei werd aangenomen, maar dat deels als ongrondwettelijk werd afgewezen door het constitutioneel hof.
Het nieuwe wetsvoorstel, dat de afgewezen onderdelen moet vervangen, beperkt de bewegingsvrijheid van asielzoekers tot een afgebakend gebied rondom een asielzoekerscentrum. Hoe groot dat gebied moet zijn, wordt nog onderzocht. Het voorstel geeft de autoriteiten ook het recht om van misdrijven verdachte asielzoekers gevangen te zetten om te voorkomen dat zij onderduiken. Daarnaast moeten asielzoekers nog maar één keer in hoger beroep kunnen gaan tegen de afwijzing van een asielverzoek.
Het wetsvoorstel kreeg meteen felle kritiek van Oostenrijkse mensenrechtenorganisaties. Volgens de antiracistische groepering SOS Mitmensch is het voorstel onderdeel van de ‘mars tegen de mensenrechten’ van minister van justitie Ernst Strasser. Zelfs het adviesorgaan voor de mensenrechten van het Oostenrijkse ministerie van binnenlandse zaken noemde het ‘een stap in de verkeerde richting’.
Delen van het wetsvoorstel hebben een tweederde meerderheid en dus de steun van de oppositie in het parlement nodig.
Sinds het pakket strenge asielwetten op 1 mei van kracht werd is het aantal asielaanvragen in Oostenrijk met 40 procent afgenomen, terwijl het aantal asielzoekers dat een verblijfsvergunning krijgt is toegenomen met ruim 30 procent, aldus een woordvoerder van de regering.