„Limburgse aarde net een natte spons”
De overstromingen in Limburg hebben alles te maken met de bodemvochtigheid, legt hydroloog Niko Wanders uit. „De aarde is net een natte spons.”
Wanders, universitair docent aan de Universiteit van Utrecht, won vorig jaar een prijs van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen voor „grensverleggend onderzoek” naar de voorspellingen van grootschalige overstromingen en droogtes. Hij volgt het nieuws over de overstromingen in Zuid-Limburg met bovengemiddelde interesse.
Wat viel u op?
„Het is vrij uniek dat er in de zomer zoveel water door de Maas stroomt. Normaal vindt hoogwater alleen in de winter plaats. Nu viel er 100 millimeter regen in twee dagen, terwijl in de winter hoogwater voorkomt na meerdere weken met neerslag.
Waterschappen hadden zulke problemen met hoogwater pas rond 2050 verwacht. Het is dan ook een voorproefje van welke uitdagingen ons door klimaatverandering in de toekomst te wachten staan.”
Wat heeft dit te maken met klimaatverandering?
„We weten dat klimaatverandering de Hollandse zomer meer droogtes en grilliger weer brengt. Extremere onweersbuien ontwikkelen in een opgewarmde atmosfeer die meer vocht kan bevatten. Dat water valt vervolgens in korte tijd naar beneden; in zulke hoeveelheden dat de bodem het niet aan kan. Vergelijk het met water geven in de tuin. Als je dat doet met een sproeikop, trekt het water vaak gewoon de grond in. Gooi je een emmer om, dan stroomt het weg naar het laagste punt. Precies dat zie je in het heuvelachtige Limburg gebeuren. Op de laagste punten ontstonden de grootste problemen.
Overigens kunnen we voor dit hoogwater niet concluderen dat het door klimaatverandering komt.”
Er zijn steeds vaker studies die een verband leggen tussen zulke gebeurtenissen en klimaatverandering door de mens?
„Klopt. Zelf werkte ik mee aan zo’n studie naar overstromingen in Bangladesh in 2017. Uit het onderzoek bleek dat de kans op die overstromingen groter was door klimaatverandering. Zulke studies bestaan sinds we met meteorologische modellen onweersbuien beter kunnen simuleren; dat is nog maar sinds kort. Ik verwacht zo’n studie voor de overstromingen in Limburg ook, al gaan daar snel enkele maanden over heen.”
U deed onderzoek naar de voorspelbaarheid van grootschalige overstromingen, wat kwam daar uit?
„Hoe meer data en modellen we combineren, hoe beter de voorspellingen worden. We kunnen hoogwater nu een dag of meer van tevoren vrij nauwkeurig in kaart brengen. Dat helpt bij dit soort gebeurtenissen.
Vooral satellietdata over vocht in de bodem is daarbij van belang. Dat speelt nu ook in Limburg. Met een hoge bodemvochtigheid lijkt de aarde op een natte spons die geen water meer opneemt. Dat bepaalt hoeveel water er wegstroomt naar lage delen.”
Kunnen zulke overstromingen overal in Nederland plaatsvinden?
„De kans op dit soort overstromingen in Limburg is wel groter dan in de rest van Nederland door de heuvels. Die zorgen ervoor dat water sneller naar de beken stroomt. In de vlakkere delen van ons land ontstaan eerder plassen en wat lokale problemen voordat het water begint te stromen richting de sloten.”