Dat meldde de onderwijsinspectie woensdagmiddag aan het Reformatorisch Dagblad. In een kort geding zal de reformatorische middelbare school moeten aantonen dat het rapport van de inspectie onrechtmatig is en daarmee ten onrechte schadelijk is voor de school. „Wij zijn ervan overtuigd dat het rapport zorgvuldig is opgesteld”, stelt woordvoerder Daan Jansen van de inspectie.

Volgens de school bevat het nu vastgestelde rapport echter enkele passages die „niet te rijmen zijn met de feitelijke bevindingen, en met de regelgeving.” Om welke passages het gaat, kan bestuursvoorzitter Chris Flikweert nog niet zeggen omdat het rapport nog niet openbaar is.

Het is van belang dat het inspectierapport „een juist beeld geeft van het veiligheidsbeleid op de Gomarus”, schrijft de school in een reactie op de website. „We willen daarom graag hierover het oordeel van de onafhankelijke rechter vragen.”

Het rapport zou uiterlijk volgende week vrijdag verschijnen, maar door de rechtszaak wordt dat automatisch uitgesteld. Het is nog niet duidelijk wanneer de zaak dient.

NRC-artikel

De inspectie startte een onderzoek na een artikel in NRC waarin meerdere oud-leerlingen vertelden over een gedwongen coming-out in oktober 2016. Ook zou gescheld en gepest naar homoleerlingen niet adequaat worden aangepakt door docenten en zou er in lesmateriaal staan dat homoseksualiteit te veranderen is.

Onderwijsminister Slob vroeg de inspectie daarop onderzoek te doen. Leerlingen opsluiten en verplicht uit de kast laten komen, noemde hij „absoluut onaanvaardbaar.”

Bestuursvoorzitter Chris Flikweert wees er destijds in deze krant op dat het soms nodig is vertrouwelijke informatie met ouders te delen, bijvoorbeeld als de fysieke veiligheid van leerlingen gevaar loopt. In ten minste één van de situaties zouden volgens hem de ouders niet speciaal voor een coming-out naar school zijn geroepen.