Bij de internetconsultatie lieten voor- en tegenstanders van het wetsvoorstel van zich horen. Zo schrijft iemand dat het wetsvoorstel het te makkelijk maakt om „vanuit je luie stoel de daden van toen op te zoeken en daarover te oordelen”. Een ander wil dat het oorlogsarchief wel online toegankelijk wordt, omdat „het verleden nooit verborgen mag worden, zodat het onmogelijk wordt ervan te leren”. De woordvoerder meldt dat bij de internetconsultatie van andere recente archiefwetgeving het aantal reacties tussen de 40 en 60 was.

Het wetsvoorstel moet zorgen voor een balans „tussen het belang van de bescherming van persoonsgegevens en het belang van toegang tot overheidsinformatie en cultureel erfgoed”. De adviezen en feedback op het voorstel worden zo snel mogelijk verwerkt. Daarna wordt het voorgelegd aan de Raad van State, om het vervolgens aan te bieden aan de Tweede en Eerste Kamer, aldus de woordvoerder van Bruins.

Het beladen oorlogsarchief, met dossiers van zo’n 425.000 mensen die na de Tweede Wereldoorlog zijn onderzocht op collaboratie, zou begin dit jaar volledig openbaar en deels digitaal doorzoekbaar worden voor iedereen. Maar dat ging niet door na een waarschuwing van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over privacyrisico’s.

Tot de wetswijziging er is, zet Bruins in op een tussenoplossing. Mensen met een onderzoeksbelang, zoals nabestaanden, kunnen waarschijnlijk ergens in mei van dit jaar de tot nu toe gescande dossiers digitaal inzien in de studiezaal van het Nationaal Archief (NA). Het gaat tot dusver om een derde van het oorlogsarchief. De wens is om dit ook bij studiezalen van regionale archieven mogelijk te maken.

Dossiers uit het papieren oorlogsarchief kunnen wel al op aanvraag en onder voorwaarden worden ingezien in de studiezaal van het NA. De plekken hiervoor zijn wel constant vol. Er mogen geen foto’s worden gemaakt van de documenten.