VN: Afghaanse opiumproductie bereikt recordhoogte
De opiumproductie in Afghanistan is het afgelopen jaar met maar liefst 64 procent gestegen. De export van heroïne is goed voor meer dan 60 procent van de Afghaanse economie. Dat maakte het VN–Bureau voor Drugs en Criminaliteit donderdag bekend.
Dit jaar haalde Afghanistan een dubbelrecord. Het land heeft de grootste drugsproductie in zijn geschiedenis en de grootste in de wereld, aldus Antonio Costa, directeur van het VN–bureau.
De grondstof voor heroïne, opium, wordt in elk van de 32 Afghaanse provincies verbouwd met een totale oppervlakte van 133.000 hectare. Van de bevolking is 10 procent betrokken bij het verbouwen van opium. Dat zijn 2,34 miljoen mensen.
Volgens de VN is armoede de belangrijkste reden voor het verbouwen van opium omdat de winstmarges op de drugs hoger zijn dan op andere gewassen.
De opiumproductie heeft een totale waarde van 2,8 miljard dollar (2,2 miljard euro) en is goed voor meer dan 60 procent van de Afghaanse economie. Volgens Costa is de drugsproductie de belangrijkste factor voor economische groei in het door oorlog verscheurde land. Wereldwijd is Afghanistan goed voor 87 procent van de heroïneproductie.
Omdat driekwart van de opiumproductie uit Afghanistan het land verlaat als heroïne, moet jaarlijks ongeveer tien ton aan chemicaliën worden ingevoerd om de opium te verwerken. Costa denkt dat wijdverspreide corruptie deze handel mogelijk maakt. De opiumboeren, drugslaboratoria en exporteurs betalen allemaal belasting aan lokale krijgsheren, met als gevolg dat het land verandert in een narco–staat.
De belangrijkste exportroutes van de Afghaanse heroïne lopen via Iran, Turkije tot aan Nederland. Nederland wordt gezien als het belangrijkste distributiepunt van de drugs voor de Europese markt.