Protestanten houden jaarlijkse Oranjemarsen in Noord-Ierland
In Noord-Ierland gaan tienduizenden protestanten weer de straat op voor het hoogtepunt van hun jaarlijkse Oranjemarsen. In het verleden kwam het soms tot gewelddadige confrontaties als de tocht door overwegend katholieke buurten ging, maar de Protestantse Oranje Orde voorziet geen geweld ondanks „enorme frustratie en woede” over de brexit.
Vanwege de coronapandemie werden vorig jaar alle parades afgelast, maar dit jaar staan tal van kleine marsen op het programma, die vanwege de beperkingen korter duren dan gebruikelijk.
De protestanten herdenken met de optochten dat de Nederlandse stadhouder en Britse koning Willem III op 12 juli 1690 de slag bij de rivier de Boyne won. Door zijn katholieke tegenstrever en schoonvader Jacobus II te verslaan konden de protestanten aan de macht blijven op de Britse eilanden. Protestantse Noord-Ieren herdenken die gebeurtenis elk jaar en doen in groten getale mee aan de parades verspreid over het land.
Ook na het Goedevrijdagakkoord van 1998 ontaardden de marsen soms in straatgeweld. Dit jaar wordt met argusogen gekeken naar de woedende reacties op de gevolgen van het Britse vertrek uit de EU.
Noord-Ierland heeft bij de brexit namelijk in een protocol een speciale status gekregen die moet voorkomen dat er weer grootschalige grenscontroles nodig zijn tussen het Britse gebied en buurland Ierland. In plaats daarvan zijn controles nodig op goederenvervoer van Groot-Brittannië naar Noord-Ierland, om te voorkomen dat bijvoorbeeld vleeswaren zonder toezicht worden doorgevoerd naar Ierland. Dat heeft eerder dit jaar geleid tot rellen, aangezwengeld door protestantse unionisten die de eenheid van het Verenigd Koninkrijk als heilig beschouwen.
De Oranje Orde denkt niet dat de frustratie tot vernielingen leidt, mede omdat de kwestie alleen politiek kan worden opgelost. Je eigen wijk kapot maken draagt daar niet aan bij, is de boodschap van ordeleider Iain Carlisle. Hij verwacht wel de nodige protesten tegen het brexitprotocol waardoor veel protestantse Noord-Ieren het gevoel hebben dat een deel van hun identiteit wordt uitgewist omdat ze anders worden behandeld dan de rest van het Verenigd Koninkrijk.