President Cuba roept op betogingen neer te slaan
De communistische president van Cuba, Miguel Diaz-Canel, heeft aanhangers opgeroepen op te treden tegen demonstranten die zondag de straat zijn opgegaan om te betogen tegen zijn regime. De Cubaanse leider wil dat zijn volgelingen de „provocaties” het hoofd bieden. Aanhangers zouden bereid zijn de regering „met hun leven” te verdedigen.
In de hoofdstad Havana reden jeeps van de speciale veiligheidstroepen rond, bewapend met machinegeweren. Er zijn meerdere arrestaties verricht.
Demonstraties zijn zeer zeldzaam op Cuba, waar slechts één politieke partij is. In april werd Diaz-Canel gekozen als de de nieuwe leider van de Communistische Partij van Cuba. Hij is daarmee de opvolger van Raul Castro, de broer van Fidel Castro die in de jaren vijftig de macht greep op het Caribische eiland.
De president hield in zijn oproep de Verenigde Staten verantwoordelijk voor de onrust. Hij reageerde op de ongebruikelijke demonstraties van duizenden Cubanen in meerdere plaatsen. Zij voelen zich verwaarloosd door de machthebbers tijdens de grootste economische crisis in dertig jaar. Demonstranten schreeuwden „Vrijheid” en „Weg met de dictatuur”. Beelden konden worden gedeeld op sociale media, maar het regime probeerde dat steeds te beletten.
De Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur Jake Sullivan heeft Cuba zondag gewaarschuwd de demonstranten niet aan te vallen. „De Verenigde Staten steunen vrijheid van meningsuiting en vergadering op heel Cuba en zouden elk geweld tegen of elke aanval op vreedzame demonstranten die hun universele rechten uitoefenen, sterk veroordelen”, schrijft hij op Twitter.
De economische crisis op Cuba is onder meer een gevolg van de coronapandemie. Er is onder meer een tekort aan medicijnen in het land. Bovendien zagen de autoriteiten zich genoodzaakt om vanwege de crisis in een groot deel van het land de elektriciteit meerdere uren per dag af te sluiten.