De minister-president was woensdag als huidig voorzitter van de Unie in Straatsburg voor een debat met het Europees Parlement over de resultaten van het beraad van de regeringsleiders van begin deze maand. Hij stond in die gedachtewisseling stil bij de gebeurtenissen van de afgelopen weken in ons land.

„Die vormen een wrang, maar krachtig bewijs dat een meer gemeenschappelijke aanpak op terreinen als vrijheid, veiligheid en recht onontbeerlijk is”, constateerde Balkenende. Hij heeft de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken verzocht tijdens hun vergadering van morgen de recente ontwikkelingen te bespreken en hij zal die ook aan de orde stellen op de top met zijn collega’s in december.

Tegenover de volksvertegenwoordigers verklaarde hij: „Nederland is trots op zijn diversiteit. We hebben sinds de Tweede Wereldoorlog grote groepen mensen opgenomen uit diverse delen van de wereld. Hun bijdrage aan de kwaliteit van onze maatschappij is groot en wordt gewaardeerd. Zij horen bij ons.”

Vervolgens benadrukte hij het belang van integratie, een proces dat volgens hem aandacht vraagt van beide kanten. „De reacties na de moord op Theo van Gogh laten zien dat er spanning zit in de samenhang in onze samenlevingen.”

Hij merkte voorts op dat hij blijft bij zijn standpunt dat islam of religie niet het voornaamste onderwerp dient te zijn bij de binnenkort door de EU te nemen beslissing over het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije. „In Europa kunnen personen met verschillende geloofsovertuigingen uitstekend naast en met elkaar leven”, aldus Balkenende. Daaraan voegde hij toe: „Wat niet kan, is geloof misbruiken om aanslagen te plegen op burgers, scholen, moskeeën en kerken.”