De huidige Japanse grondwet stamt uit 1947 en is opgesteld onder leiding van de Verenigde Staten, die Japan na de Tweede Wereldoorlog enkele jaren bezetten. De grondwet verbiedt het gebruik van militaire middelen bij de beslechting van conflicten en houdt de facto een verbod in op het instandhouden van een leger. Japanse regeringen hebben die bepaling echter zo geïnterpreteerd dat Japan slechts een leger ter verdediging van het land mag hebben. In de nieuwe grondwet zou ook de deelname aan internationale vredesmissies moeten worden goedgekeurd.

Japan is een van de landen die deelnemen aan de internationale vredesmacht in Irak, maar de 500 Japanse militairen hebben alleen een taak bij de hulpverlening en mogen niet deelnemen aan gevechtshandelingen. De regeringscommissie heeft voorgesteld het Japanse leger in de toekomst wel deel te laten nemen aan militaire acties, aldus de krant Asahi. De belangrijkste regeringspartij, de LDP van premier Junichiro Koizumi, wil geen commentaar geven op de berichten in de media.

In Zuid-Korea, dat van 1910 tot 1945 door Japan werd bezet, heeft het bericht dat het Japanse leger mogelijk weer gedeeltelijk in ere wordt hersteld, direct tot protest geleid. De krant Munhwa noemde het bericht „schokkend”, volgens de Zuid-Koreaanse nieuwszender YTN zet Japan de eerste stappen om „opnieuw een grote militaire macht” te worden.

Behalve door het parlement moeten wijzigingen van de grondwet in een referendum ook worden goedgekeurd door de bevolking. Uit opiniepeilingen blijkt dat de steun voor een grotere rol van het leger de afgelopen maanden is gedaald, vooral door de deelname van Japan aan de missie in Irak.

Enkele andere wijzigingsvoorstellen betreffen het afschaffen van referenda als tweederde van de parlementariërs een grondwetswijziging steunt en het mogelijk maken van vrouwelijke troonopvolgers als keizer van Japan.