Tsjechië herdenkt Fluwelen Revolutie
In Tsjechië is woensdag de Fluwelen Revolutie herdacht, die vijftien jaar geleden de communisten in het toen-malige Tsjechoslowakije ten val bracht.
Dat gebeurde onder andere met een openluchtpopconcert in de hoofdstad Praag, op de plaats waar groepen demonstrerende studenten op 17 november 1989 uiteen werden geslagen door de oproerpolitie. Oud-president Vaclav Havel, de schrijver-dissident die de revolutie leidde, legde een krans bij het monument voor de revolutie.
Havel zei bij de kranslegging dat de groeiende populariteit van de communisten hem zorgen baart. De Communistische Partij geniet momenteel de steun van 15 procent van de Tsjechen. Dat zou mede het gevolg zijn van de toetreding van Tsjechië tot de Europese Unie, die veel Tsjechen het gevoel geeft dat het land zijn onafhankelijkheid weer kwijt is.
De revolutie begon op 17 november 1989, acht dagen nadat de Berlijnse Muur was gevallen, met enkele ferme toespraken op de campus van de universiteit in Praag, die duizenden studenten ertoe brachten op te trekken naar het Wenceslasplein in het centrum van de stad. Ze lieten zich niet uit het veld slaan door het politiegeweld en binnen enkele dagen gingen honderdduizenden Tsjechen de straat op om te demonstreren tegen de communisten, onder het door Havel bedachte motto: ”Liefde en de waarheid winnen het van leugens en haat”.
Op 29 december gaf Havel in het door de communisten beheerste parlement de wens te kennen om de eerste democratisch gekozen president van Tsjechoslowakije sinds vijftig jaar te worden. Verkiezingen volgden en Havel won. De nieuwe president nodigde zijn vrienden de popzangers Frank Zappa, Lou Reed en Mick Jagger uit in Praag en overal in de stad verschenen posters met de tekst: ”De tanks rollen weg, de Stones (de popgroep van Jagger, red.) rollen binnen”.
Havel zei deze week dat de revolutie, waarbij geen druppel bloed vloeide, ook heel anders had kunnen verlopen. „De eerste paar dagen was het gevaar groot”, zei hij. „Leger en politie stonden paraat. Ze wachtten op toestemming van de politieke leiders om met geweld te mogen ingrijpen.” Dat het anders liep, moest volgens Havel zo zijn: „De maatschappij was toe aan verandering.”
Ondanks de feestelijkheden hing er gisteren niet echt een uitgelaten sfeer in Praag. Later op de dag hielden studenten, net als vijftien jaar geleden, betogingen tegen de regering.