Iraniër krijgt 12 jaar cel voor steekpartij in Leeuwarden
De rechtbank in Leeuwarden heeft een 39-jarige Iraniër veroordeeld tot een celstraf van twaalf jaar voor het op klaarlichte dag neersteken van een man in de Friese hoofdstad. Het slachtoffer (65) werd op 19 juni vorig jaar 22 keer gestoken. Hij ontsnapte nipt aan de dood.
Volgens de rechter is er sprake van een poging tot moord. Zo heeft Rezgar P. bij zijn aanhouding gezegd dat hij de man „zo vaak als mogelijk” wilde steken.
Volgens het slachtoffer handelde P. in opdracht van de Iraanse regering. De Leeuwarder, die sinds 1985 in Nederland woont, was vroeger voorzitter van de Koerdische Democratische Partij Iran (KPDI) in Europa. Deze partij is verboden in Iran. Het Openbaar Ministerie heeft geen concrete bewijzen gevonden voor een politiek motief. De rechtbank veroordeeld P. dan ook niet voor een georganiseerde aanslag. Volgens de rechter is er uitgebreid onderzoek verricht.
Het slachtoffer werd rond het middaguur neergestoken voor het treinstation. Hij zou P. voor het eerst ontmoeten. De vader van P. en het slachtoffer waren vroeger klasgenoten in Iran. P. woonde sinds een paar maanden in Rotterdam. Hij had telefonisch de afspraak met het slachtoffer gemaakt. P. ging met de trein naar Leeuwarden en had een bos bloemen mee. Met een groot mes stak hij het slachtoffer in en buiten zijn auto. De Leeuwarder raakte gewond aan onder meer zijn hoofd, borst, buik en arm. Hij is vrijwel blind aan zijn rechteroog. Tientallen omstanders waren getuige.
P. hield het slachtoffer onder meer verantwoordelijk voor het overlijden van kennissen, zo zei hij tegen de politie. Zijn verklaringen zijn onsamenhangend, aldus de rechter. Ook werden verwarrende teksten bij hem thuis gevonden.
Het OM had zestien jaar cel geëist. De rechtbank komt tot een lagere straf omdat P. deels verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn. „Er zijn voldoende sterke aanwijzingen dat hij heeft gehandeld onder invloed van een stoornis”, aldus de rechter. In het Pieter Baan Centrum is geen diagnose gesteld. P. heeft volgens de rechter na zijn aanhouding veel gestoord gedrag vertoond. Dat hij dit simuleerde is volgens deskundigen onwaarschijnlijk.