Zevenhonderd gevangenen mochten de beruchte Insein-gevangenis in Yangon verlaten. Daar werden ze massaal opgewacht door familie en vrienden. Deze gevangenis stond bekend als een plek waar gevangenen werden gemarteld in de decennia dat het leger aan de macht was. De militairen pleegden op 1 februari een staatsgreep. De democratisch regering werd toen afgezet.

Het Aziatische land worstelt sindsdien met een chaotische situatie waarbij geweld niet wordt geschuwd. Protesten tegen de coup worden met harde hand de kop ingedrukt en daarnaast vechten er gewapende groeperingen tegen het leger. Volgens de Verenigde Naties zijn in heel Myanmar naar schatting bijna een kwart miljoen mensen ontheemd geraakt.

De Myanmarese hulporganisatie voor politieke gevangenen AAPP meldt dat 883 mensen zijn gedood en meer dan 6400 arrestaties zijn verricht. Daar zijn ook meldingen gedaan van martelingen bij verhoren. „De junta is van plan nog meer burgers vast te houden en te martelen”, zegt de organisatie. „De mensen die in de gevangenis blijven, zullen zwaarder worden gemarteld dan degenen die zijn vrijgelaten.”

Het is de niet eerste keer dan de junta een grote groep gevangenen vrijlaat. Eind april mochten 23.000 gedetineerden naar huis vanwege de boeddhistische nieuwjaarsviering Thingyan.