Kerk & religie

Vreugde om vollere kerk

Hij voelde afgelopen coronajaar de „pijn” van „kalere” kerkdiensten. Nu is ds. M. C. Batenburg „dankbaar” dat de hervormde Sint-Jansgemeente in Gouda weer honderden mensen mag ontvangen.

24 June 2021 12:26
Ds. M. C. Batenburg (l.) en kerkorganist Gerben Budding zijn blij dat in de Sint Jan in Gouda weer honderden mensen kunnen samenkomen en zingen.  beeld Martin Droog
Ds. M. C. Batenburg (l.) en kerkorganist Gerben Budding zijn blij dat in de Sint Jan in Gouda weer honderden mensen kunnen samenkomen en zingen.  beeld Martin Droog

„Het is voor mij een vreugde dat ik meer gemeenteleden kan ontmoeten. Ze zijn soms toch wat uit het zicht geraakt”, zegt ds. Batenburg donderdagmorgen in de consistorie van de eeuwenoude Sint-Janskerk in hartje Gouda. Aangeschoven aan de lange, bruinhouten tafel is ook kerkmusicus Gerben Budding.

Kerken mogen vanaf zondag honderd procent van de capaciteit aan zitplaatsen gebruiken, voor zover de 1,5 meter afstand tussen kerkgangers mogelijk is. Ook mag de gemeente weer zingen. Dat adviseerde het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) woensdag, in lijn met wat het kabinet vorige week bepaalde.

Psalm 118

De hervormde gemeente in Gouda komt sinds vorige week zondag weer met zo’n 250 mensen samen. In normale tijden volgen zo’n 1000 kerkgangers de eredienst in de Sint Jan. Komende weken zullen in de Sint-Janskerk maximaal 300 mensen ter kerke gaan.

Met het oog op het einde van de lockdown koos ds. Batenburg, ook preses van de Protestantse Kerk in Nederland, afgelopen zondag als thema: ”Gemeente in wederopbouw”. Hij preekte over Nehemia 8. „Het volk maakt een nieuwe start en komt voor het eerst samen om de lezing van de wet te horen.”

Organist Budding is blij dat de „barre tijden” dat de gemeente niet mocht zingen achter de rug zijn. „Fantastisch dat we weer samen mogen zingen. Zang is zó fundamenteel voor een kerkdienst.”

Ds. Batenburg beaamt dat. „Het lied is heel belangrijk voor de beleving van het geloof. Mooi wat dichter en theoloog Willem Barnard daarover zei: „Zingen is innen.” Dus door te zingen verinnerlijk je je geloof, de woorden van God komen bij je binnen.”

In de voorbije maanden begeleidde Budding een zanggroepje van zo’n vijf tot tien gemeenteleden. Dat gezelschap zong tijdens de erediensten in de Sint-Janskerk de liederen. „Pars pro toto, dus als deel voor de gehele gemeente.”


Hoewel Budding waardering heeft voor de inspanningen van dit groepje, is hij blij dat de lofzang weer uit honderden monden opstijgt. Zoals vorige week zondagochtend, toen 250 kerkgangers Psalm 118 vers 1 zongen. „Laat ieder ’s HEEREN goedheid loven.” Of zoals afgelopen zondag, toen Psalm 33 langs de gewelven en gebrandschilderde ramen golfde.

Waaien

Zittend achter de klavieren miste Budding het afgelopen jaar de wisselwerking met de gemeente. „De liturgie bestaat bij de gratie van het heen en weer, de interactie, het zingen bij beurten.”


Dat kerkgangers nog altijd niet „als haringen in een ton” zullen zitten, maar op 1,5 meter afstand van elkaar, maakt de begeleiding er lastiger op, ervoer hij al. Het kost meer moeite om gemeenteleden gelijk op te laten zingen. „Het geluid gaat meer waaien als er afstand zit tussen de zangers. Mensen moeten ook weer wennen aan samenzang. Ik speel nu meer als dirigent dan als inkleurder van de tekst. Vaker ga ik de gemeentezang begeleiden met een uitkomende stem op het orgel, zoals de Cornet.”

Omwille van de duidelijkheid wil hij zich nu niet te veel muzikale extra’s veroorloven. „Psalm 96 in de nieuwe berijming spreekt in een couplet van „het loflied van de bomen”. Normaal gesproken zou ik zo’n regel zacht spelen. Maar dat doe ik nu even niet.”

Meer over
Kerk en corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer