Inwoners grensstreek Gaza kunnen in mobiele bunker schuilen
Schuilkelders en versterkte kamers beschermen Israëliërs in de grensstreek tegen projectielen uit de Gazastrook. Daar komen nu ook mobiele bunkers bij.
Onbemande vliegtuigjes brommen net over de grens. „Als ik ze niet hoor, kan ik niet slapen”, zegt Amnon Ziv, veiligheidsofficier van de regionale raad Nof Asjkelon. „Ze zijn er om de omgeving te observeren en ze kunnen schieten.”
De kassen van de coöperatieve landbouwnederzetting Netiv HaAsara zijn slechts gedeeltelijk in gebruik. Telkens als het schieten door Hamas of andere milities vanuit Gaza op Israël begint, moeten de tuinders en hun werknemers namelijk het werk staken, omdat het levensgevaarlijk wordt.
De tuinders richten zich op het kweken van zaden. Maar sommigen zagen door de omstandigheden geen kans hun investeringen terug te verdienen en hebben hun bedrijven gesloten.
We kunnen als journalisten gaan en staan waar we willen aan deze kant van de grens, omdat het op het ogenblik rustig is. Maar in tijden van beschietingen geldt: als je de Gazastrook kunt zien, kunnen de terreurgroepen aan de andere kant van de grens je óók zien. Dan sta je dus niet op een veilige plek.
Een van de huizen heeft een gat in het dak. De rode dakpannen zijn opzij geslagen en op andere delen van de dakbedekking terechtgekomen. In de witte muur van het huis is een klein luikje open. Niemand raakte gewond toen een mortiergranaat zich door het dak boorde. Anders dan bij de raketten, klinkt er geen waarschuwingssignaal bij dit soort explosieven.
Als de gevechten tussen het leger en Hamas uitbreken, verlaten de meeste bewoners het dorp. Zij die achterblijven, brengen veel tijd door in de versterkte kamers. Het zijn niet alleen de raketten en mortieren waarvoor de bewoners uit moeten kijken. Hoog in de lucht onderscheppen Israëlische Iron Dome antiraketraketten namelijk de projectielen uit de Gazastrook. De brokstukken daarvan kletteren hier op de aarde neer.
Niet altijd loopt dat goed af. De velden aan weerszijden van een landweggetje buiten het dorp zijn verbrand. Het asfalt toont een zwartgeblakerde plek van ongeveer 6 bij 6 meter. Daarop liggen nog stukken verschrompeld metaal en een deel van wat een koplamp lijkt.
Omgekomen
Ziv was er als eerste bij toen de jeep door een antiraketgranaat uit de Gazastrook was getroffen. Hij zag kans twee gewonde soldaten in zijn eigen voertuig te leggen. Deze vertelden hem dat er nog een derde soldaat was. Hij ging terug, maar de derde soldaat, Omer Talib, bleek omgekomen. Een groot probleem was dat het gebied ook onveilig was voor ambulances.
Daar moet nu verbetering in komen. De Internationale Christelijke Ambassade in Jeruzalem (ICEJ) leverde vorige week in samenwerking met ”Operation Lifeshield” een klokvormige bunker die buiten het dorp is geplaatst. Deze bunker stelt ploegen van eerstehulpdienst Magen David Adom in staat dichtbij de grens te komen. Ambulancepersoneel kan dan indien nodig een veilig heenkomen zoeken.
De schuilplaats biedt bescherming tegen de schokgolf én tegen scherven die volgens veiligheidsofficieren meer dan een kilometer ver weg kunnen springen. Aan de voorzijde van de bunker is een betonnen ingang zonder deur, omdat er toch geen tijd is om die open en dicht te doen. Maar de brokstukken kunnen de mensen die binnen staan niet raken. Betonbedrijf Wolfman in Asjkelon maakt deze bunkers met muren van gewapend beton.
Dankbaar
De ICEJ heeft de gemeenschappen bij de grens met Gaza al van 120 van deze mobiele schuilplaatsen voorzien. Twintig andere zijn besteld. Verder leverde de ICEJ meer dan twintig brandbestrijdingsvoertuigen.
In het dorpje Ibim, net ten noorden van de stad Sderot, leverde de ICEJ ook 120 veiligheidslaarzen, pakken en 240 maskers aan veiligheidsteams van kibboetsen en collectieve nederzettingen rond de Gazastrook. Deze eerste brandbestrijders haasten zich naar de velden in de omtrek als deze in lichterlaaie staan door de brandballonnen uit de Gazastrook. Deze teams bereiken de brand voordat de brandweer arriveert.
Veiligheidsofficieren die in Ibim waren om de materialen op te pikken wekten de indruk niet alleen dankbaar te zijn voor het beschermende materiaal, maar ook voor het feit dat christenen in het buitenland aan ze denken en hen willen bemoedigen.
„Er bestaan hier zeer gecompliceerde veiligheidsuitdagingen sinds 2001”, zegt Eyal Hagbi, veiligheidsofficier voor de regio Sha’ar HaNegev. „Tijdens het recente conflict realiseerden we ons wat we misten. Dat zijn schuilvertrekken tegen bommen, en ook sirenes en andere veiligheidsmiddelen. De regering helpt, maar we realiseerden ons ook dat er goede mensen zijn die ons tegemoet komen en ons helpen.”