Pittige claims van Sardijnse wijnbouwers
Sardinië claimt de bakermat van wijn uit het Middellandse-Zeegebied te zijn. Ook menen Sardijnen dat hun bekendste druivenras een inheemse soort is. Er lijkt bij deze ontdekkingen, die recentelijk werden bekendgemaakt, echter ook wat trots mee te spelen.
Wijn met pit. Zo kan wijn uit Sardinië wel worden genoemd, nu het eiland over de oudste druivensoort van het Middellandse-Zeegebied lijkt te beschikken. Mede dankzij voorbereidend werk van Nederlandse archeologen en plantkundigen kwamen wetenschappers tot de conclusie dat er op Sardinië al 3200 jaar geleden wijn werd verbouwd. Dat is bijzonder, omdat als gevolg van deze ontdekking de geschiedenis van de wijn zou moeten worden herschreven.
Onderzoekers ontdekten op het eiland verkoolde druivenpitten tussen en in (resten van) kruiken en schalen in archeologische vindplaatsen, mogelijke restanten van de prehistorische fortificaties die kenmerkend zijn voor het eiland. „Het is onmogelijk om vast te stellen uit welke periode de pitten afkomstig zijn”, zegt hoogleraar Corry Bakels, econoom van de faculteit archeologie van de universiteit van Leiden. „Maar de oudheidkundige laag die verrijkt is met scherven en ander puin waartussen de pitten zijn gevonden, is wel te dateren.”
Volgens archeologen en landbouwspecialisten van twee universiteiten van Milaan die aan het onderzoek hebben meegewerkt, worden de pitten nu onderzocht op hun DNA. Massimo Labra van de (weinig bekende) Milanese universiteit Bicocca zegt in de krant Corriere della Sera dat een nieuw biomoleculair systeem is gevonden om het DNA te ontdekken. Daarmee zouden de tijdsperiode en de herkomst van de pitten kunnen worden vastgesteld. Maar volgens Bakels is DNA-analyse nog niet mogelijk.
„Vergeet niet dat de pitten verkoold zijn teruggevonden. De huidige DNA-techniek is niet in staat de herkomst te herleiden. Als het hoe dan ook waar is dat op Sardinië rond 1200 voor Christus al wijnteelt voorkwam, moet de wijnbouwgeschiedenis worden herschreven,” zegt Massimo Labra. Dan zou blijken dat de Sardijnse wijn de oudste soort van het Middellandse-Zeegebied is. „Ouder dan wijnen die verbouwd werden ten tijde dat het Mesopotamisch Rijk op zijn hoogtepunt was. En zeker ouder dan die van de Grieken en Romeinen.”
Men kan wel aannemen dat de Sardijnen drie millennia geleden al over wijn beschikten, aangezien uit het bodemonderzoek blijkt dat de pitten uit de steentijd afkomstig zijn. Daarmee is echter niet duidelijk of de pitten en de druivenranken ook horen bij het eiland, of dat ze werden geïmporteerd. „De pitten die we hebben gevonden zijn anders van vorm dan die we tegenkomen in gebieden met kolonisatie. De pit is gedrongener, korter,” zegt Bakels. De Leidse hoogleraar voegt er echter aan toe dat de vorm alléén geen uitsluitsel kan geven.
Tegelijkertijd met de ontdekking van de 3200 jaar oude pitten werd bekend dat de cannonau, het bekendste Sardijnse druivenras, mogelijk een inheemse soort is. Voorheen werd aangenomen dat de druif werd geïmporteerd vanuit Spanje of Zuid-Italië, ook al omdat het ras sterke overeenkomsten zou hebben met wijnsoorten als de tokai en de zwarte grenache. Nu blijkt plotseling dat de wijnranken helemaal niet op elkaar lijken.
Dr. Peter van Dommelen, een Nederlandse archeoloog van de universiteit van Glasgow die veel onderzoek deed in Sardinië maar niet betrokken bij de recentste ontdekkingen, is echter zeer sceptisch. „Er is de Sardijnen veel aan gelegen aan te tonen dat hun wijn inheems is. Dat ze hun eigen wijnbouw ooit zijn begonnen en dat ze hun beroemde wijn niet te danken hebben aan bijvoorbeeld Fenicische kolonisators. Aangezien de cannonau beschouwd wordt als de meest inheemse soort van Sardinië die vooral in het onherbergzame binnenland voorkomt, wordt al snel de link gelegd met dit druivenras. Maar ik heb mijn twijfels.”
Wat ook zal meespelen is het feit dat de Sardijnen met lede ogen aanzien dat de cannonau-soort ook buiten het eiland wordt aangeplant, net zoals bijvoorbeeld de chardonnay niet alleen in Frankrijk wordt geteeld. Het is vast geen toeval dat de ontdekking dat de cannonau inheems zou zijn, samenviel met een congres van wijnhuis Cantina Sociale Dorgali, een corporatieve organisatie waarbij honderden boeren zijn aangesloten, die in totaal 2000 hectaren aan wijnbouwgrond bezitten.
„Het genoom van de cannonau moet beschermd worden”, vindt een woordvoerster van Dorgali. „Om de originaliteit van het ras te behouden, moet het worden verboden om cannonau-ranken vanuit het buitenland te importeren.”