„We willen een bladzij omslaan in de betrekkingen tussen onze landen en volkeren, omdat dat onze historische verantwoordelijkheid is jegens onze toekomstige generaties en de wereld”, zeiden de Kroatische premier Ivo Sanader en president Svetozar Marovic van Servië-Montenegro in een gezamenlijke verklaring. Sanader bracht maandag een bezoek aan Belgrado, het eerste van een Kroatische premier sinds Kroatië en Servië begin jaren ’90 in oorlog raakten.

Zowel Belgrado als Zagreb zoekt toenadering tot de Europese Unie en de NAVO en hebben positief gereageerd op de inspanningen van het Westen om na jaren van oorlog betere samenwerking te bereiken tussen de landen op de Balkan. In hun gezamenlijke verklaring zeiden Sanader en Marovic dat beide landen volwaardig lidmaatschap van de Europese Unie nastreven.

De ministers van mensenrechten van de twee landen tekenden in Belgrado een overeenkomst over de bescherming van de rechten van Serviërs in Kroatië en Kroaten in Servië-Montenegro.

De oorlog tussen Servië en Kroatië brak uit toen Kroatië zich in 1991 van Joegoslavië losmaakte. De Servische minderheid in Kroatië nam de wapens op en veroverde een derde van het Kroatische grondgebied. In 1995 heroverde Kroatië het gebied in een grootscheeps offensief, waarbij zo’n tweehonderdduizend Kroatische Serviërs het land uit vluchtten. De meeste Kroatische vluchtelingen wonen nog steeds in Servië en beschuldigen Kroatië ervan hun terugkeer tegen te werken. Sanader en Marovic beloofden zich voor de terugkeer van vluchtelingen te zullen inspannen. Het vluchtelingenprobleem is geen politiek vraagstuk meer, zei Sanader, maar een financieel en technisch vraagstuk.

Kroatië en Servië-Montenegro spraken verder af nauwer te gaan samenwerken op het gebied van cultuur, handel en verkeer, het reizen te vergemakkelijken, een grensgeschil op te lossen en samen te werken bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad.